Navigatie overslaan

Column Patrick Jansen: Weg met geborgde zetels waterschappen

Goed nieuws voor de wilde flora en fauna. De waterschappen willen de biodiversiteit in Nederland versterken. De Unie van Waterschappen is partner geworden van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel, en het ene na het andere waterschap komt met plannen waarin naast droge voeten, schoon water en veiligheid ook biodiversiteit een doel is.

Het slechte nieuws is dat er in de praktijk nog weinig verandering te zien is. In de inrichting en het beheer van de meeste dijken en watergangen speelt natuur hooguit een bijrol.

Kijk maar rond. Overal liggen systemen van soms wel twee meter diep die de bodem draineren. Het overgrote deel van het gevallen regenwater is daardoor al binnen een week afgewaterd. Terwijl overduidelijk is dat dit leidt tot watertekorten, zoals ook nu.

Ook worden sloten vaak nog twee keer per jaar – in de zomer en in het najaar – volledig kaal gemaaid en leeggeschraapt om water zo snel mogelijk te kunnen afvoeren. Dat is funest voor de rijke slootflora en -fauna. Terwijl het voor de waterafvoer meestal volstaat om bijvoorbeeld maar één kant tegelijk te schonen, zodat wilde planten en dieren leefruimte overhouden.

Sommige waterschappen staan nog altijd toe dat bij droogte grondwater en oppervlaktewater mogen worden gebruikt om het land te beregenen. Terwijl dit tot gevolg heeft dat natuurgebieden nog verder uitdrogen, waardoor wilde planten en dieren verdwijnen.

Nog steeds worden veel dijken jaarlijks meermaals compleet kaal gemaaid, ten koste van de rijke flora en fauna van dijken. Honderden kilometers dijk worden beheerd als productiegrasland, soms zelfs met inzet van mest en bestrijdingsmiddelen die alle kruiden doden. Terwijl wetenschappelijk onderzoek uitwijst dat dijken met een kruidenrijke vegetatie juist sterker zijn.

Soms worden onderhoudspaden langs watergangen nog verpacht, verkocht of zelfs weggegeven aan boeren om te gebruiken voor productie. Terwijl deze stroken juist nuttig zijn om meststoffen en pesticiden bij het water weg te houden, en om te gebruiken voor groenstroken en natuurvriendelijke oevers.

Deze natuuronvriendelijke praktijken reflecteren een sterke nadruk op het belang van agrariërs. Die vragen om snelle afvoer van overtollig water in de winter, ruime toegang tot water bij droogte, zo veel mogelijk land om mee te produceren, en zo min mogelijk wilde planten die zich uitzaaien.

Die nadruk is een rechtstreeks gevolg van de zogenaamde geborgde zetels: wat de uitslag van de waterschapsverkiezingen ook is, er zijn altijd drie zetels gereserveerd voor de landbouwsector. Ook de andere zetels worden vaak bezet door mensen die voor de landbouwsector lobbyen, ontdekte De Groene Amsterdammer. Daartegenover staat één zetel die is gereserveerd voor natuurbeheerders.

Dat die geborgde landbouwzetels invloedrijk zijn is goed te merken aan het felle verzet van de agrarische wereld tegen een wetsvoorstel om ze af te schaffen, dat de Tweede Kamer volgende week behandelt. Dat voorstel volgt het adviesrapport Geborgd gewogen, dat concludeerde dat de vraagstukken waarover waterschappen tegenwoordig beslissen vragen om ‘een bredere afweging van alle belangen’.

Ik hoop dat de wetswijziging slaagt. Want zonder geborgde zetels wordt het voor waterschappen makkelijker om de biodiversiteitsbeloften waar te maken, met de snelheid die noodzakelijk is.

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring