Navigatie overslaan

10 succesfactoren voor de transitie van het landelijk gebied

We zijn er zeker van: het klimaat verandert. Elk nieuw beleid moet hierop inspelen. Klimaatverandering vormt een grote bedreiging voor de biodiversiteit en de leefbaarheid. Tegelijkertijd ontstaat ook een unieke kans: onze kennis inzetten om onze levens en onze omgeving klimaatbestendig in te richten. Dat vraagt om visie, creativiteit en goede samenwerking. Landelijke problemen kun je op gebiedsniveau vaak oplossen. Deze voorzet beschrijft hoe we dat kunnen doen.

Het Nationaal Programma Landelijk Gebied vraagt om nieuwe vormen van samenwerking tussen overheden, grondbezitters, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Individuele overheden en bedrijven zijn niet in staat om alle benodigde stappen te zetten naar een duurzaam functionerend, klimaatrobuust en biodivers landelijk gebied. Deze transitie in het landelijk gebied is onverbiddelijk, hij gaat gebeuren. We moeten daarom samenwerken in gebiedsprocessen. Dit is maatwerk: gebieden en individuele behoeftes zijn overal verschillend. Het is een unieke kans om de kennis in ons land in te zetten voor gemeenschappelijke ontwikkelingen, die succesvolle individuele veranderingen mogelijk maken. Er ligt in Noord Nederland een gouden toekomst voor landbouw, natuur en sociale leefomgeving, als we daar samen naartoe werken.

Gemeenschappelijke ontwikkelingen scheppen de voorwaarden om overheidsdoelen te verbinden aan individuele actie. Laten we dit samen initiëren, waarbij overheden aanjagen, faciliteren en samenwerking actief opzoeken.

10 gemeenschappelijke ontwikkelingen die voorwaarden scheppen voor het welslagen van de transitie van het landelijk gebied:

  1. Maak toekomst
    Deze transitie draait om mensen. Er is vertrouwen en perspectief nodig. Dat is een wat anders dan het maken van plannen, visies en het bedenken van nieuwe regels. Toekomst zit in onze hoofden en kunnen we alleen overbrengen in een positieve omgeving. Toekomst maken begint bij het creëren van een positieve omgeving waarin elkaar kennen, elkaar gaan respecteren en van elkaar leren centraal staan. Toekomst maken is het creëren van die omgeving, door deze te organiseren en door er aan te blijven bouwen. Toekomst maken is een proces met een opdracht.
  2. Ontwikkel de donuteconomie voor de landbouwsector
    Donuteconomie gaat over het voorzien in behoeftes, zonder dat dit ten koste gaat van de planeet. Het is het model van de volhoudbare wereld, ook van toekomstige generaties. Dit is een opgave voor de keten, met gevolgen voor elke schakel, elk individueel bedrijf. Gebruik voor het ecologisch plafond de negen planetaire grenzen (Johan Rockström c.s.).
  3. Ondersteun bedrijven in transitie
    Deze transitie zal jaren duren en kent vele risico’s en onzekerheden. Deze transitie is noodzakelijk vanuit het algemeen belang, en kan dus niet afgewenteld worden op individuen. De overheid moet daarom verantwoordelijkheid nemen. Dat kan door het instellen van een transitiefonds, dat functioneert als een financieel vangnet en inkomensgarantie. Het neemt niet alle risico’s weg, maar biedt een route naar toekomstperspectief. Het belonen van het nieuwe normaal, de volhoudbare landbouwpraktijk kan hier verder invulling aan geven.
  4. Ontwikkel regionale kringlopen
    Voor kringlooplandbouw en de donuteconomie zijn lokale en regionale kringlopen logisch onderdeel. Het ontwikkelen van deze kringlopen vraagt afstemming met individuele ontwikkelingen, de markt en de regionale economie. De overheid kan dit actief faciliteren en voorfinancieren, en daarmee individuele ontwikkelingen ondersteunen.
  5. Ontwikkel lange termijn visie op het watersysteem,
    Klimaatverandering is een zich voortdurend ontwikkelend proces en heeft grote impact op het watersysteem. We moeten nadenken over toekomstige zoetwatervoorziening, waterbergingsgebieden, seizoensopslag, verzilting, droogte, zoet-zoutovergangen en waterkeringen. Allemaal hebben ze ruimtelijke effecten. Tot 2025/2030 zijn die redelijk in beeld, daarna niet meer. Klimaatverandering versnelt, dat vraagt om scenario’s voor de middellange en lange termijn, waarin water en bodem meer sturend worden.
  6. Ontwikkel groenblauwe dooradering
    Waterkwaliteit en biodiversiteit zijn van algemeen belang. Groenblauwe dooradering kan opgaven voor waterkwaliteit, zoetwatervoorziening, natuurinclusieve landbouw, biodiversiteit, natuur, vismigratie en ecologische verbindingszones tussen natuurgebieden met elkaar verbinden. Ga die opgave in gezamenlijkheid aan, met groenblauwe dooradering als structurerend thema.
  7. Ontwikkel langjarige beheervergoeding van groene diensten
    Voor de aanleg van groenblauwe dooradering en voor natuurinclusieve landbouw is langjarige beheer een voorwaarde. Beheervergoedingen moeten langjarig worden zeker gesteld. Ze moeten onderdeel kunnen zijn van het verdienmodel van de boeren.
  8. Bouw aan samenwerking tussen boeren en natuurbeheerders
    Waar eindigt natuurinclusieve landbouw en begint natuur? De tweedeling tussen landbouw en natuur, die langzaam is gegroeid, is niet toekomstbestendig. In de toekomst hebben we elkaar nodig. Ontwikkel samenwerkingsmodellen en beheerconstructies, kijk naar de mogelijkheden van landschapsgrond. Werk samen aan ontwikkelen, realiseren en beheren van groenblauwe dooradering.
  9. Zet een passend juridisch instrumentarium in
    Belangrijk onderdeel van het NPLG is grond. Bedrijfsbeëindiging, extensivering, en functieverandering zullen alle aan bod komen. Hoe voeren we daarin regie, afgestemd op het grotere ontwikkelingsproces? Dit vraagt om passend instrumentarium, zoals bijvoorbeeld de Wet inrichting landelijk gebied. Zet het instrumentarium zo snel mogelijk klaar en pas het waar nodig toe.
  10. Voer regie en werk samen
    De complexiteit van de opgaven is groot en realisatie zal veel tijd in beslag nemen. Alleen al dit 10 puntenplan vraagt om een programmatische aanpak. Daarvoor is een goede Governance nodig en een goed programmamanagement. Er is afstemming nodig met en tussen overheden en andere betrokken partijen, gebiedsprocessen moeten worden georganiseerd en gefaciliteerd.
De goede dingen op het goede moment doen
Op de provinciehuizen druk gepuzzeld wordt over de transitie van het landelijk gebied. Ook daarbuiten moeten we aan de bak. Deze voorzet vraagt om gezamenlijke betrokkenheid. Het 10 puntenplan heeft geen specifieke eigenaar, dat zijn we allemaal. We zullen nu de coalities moeten gaan vormen die leiden tot een succesvolle aanpak. In de transitie zullen boerenorganisaties, collectieven, natuurbeheerders en overheden samen moeten gaan bepalen wat hiervoor nodig is.

Regionale schaal
In de regio gaat het gebeuren. Er is niet per definitie een meest geschikte schaal of vorm, die zal per gebied en per opgave moeten worden bepaald. De ene keer vormt de provincie een grens, de andere keer een waterschapsgrens of een landbouwcollectief. Hou het overzichtelijk, werk samen, neem initiatief als overheid: faciliteer en vorm coalities waarin iedereen die je nodig hebt aan boord komt.

Start het gesprek, nu!

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring