Navigatie overslaan

Ooit liep de Waddenzee door tot de hoge zandgronden van Groningen en Drenthe. De beken in Drenthe waterden vrij af op het wad. Het was een open watersysteem en een vrije verbinding voor alle vissen en dieren die erin leefden. Een natuurlijke overgang tussen het zoete Drentse beekwater en de zoute zee. Met dat het Groninger land in cultuur is gebracht zijn dijken aangelegd en is een harde overgangen tussen zoet en zout ontstaan. Het natuurlijke watersysteem is daardoor verstoord geraakt. Dat merken we doordat kenmerkende vissoorten in de loop van de eeuwen zijn verdwenen, evenals de otter en de bever, die opnieuw zijn geïntroduceerd.

Van veen tot zee

De van veen tot zee gedachte is ontwikkeld om dit natuurlijke systeem weer zoveel mogelijk te herstellen. en Dat is nodig ook, want door de toenemende problemen met waterkwaliteit wordt het er voor de natuur niet beter op. Het herstel van het systeem is best ingewikkeld, doordat het zo versnipperd is geraakt. Er zijn veel stuwen sluizen en er is doorvoer van water uit het IJsselmeer. En het netwerk van kanalen in de provincie Groningen is bovendien knap ingewikkeld. Vind daar maar eens je weg als vis. Terwijl juist verschillende vissoorten willen trekken van zoet naar zout. Zij zijn de verbindende soorten in het watersysteem.

Onderzoek

Er is de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan naar de migratie van vissen in het gebied van Noorderzijlvest. Er zijn bijvoorbeeld zeeforellen uitgezet in de Drentse beken, die inmiddels hun weg weten te vinden naar de zee. We hebben veel geleerd over trekbewegingen, ook voor andere soorten vissen zoals de fint, de glasaal en de rivierprik. Al deze soorten tonen aan dat er onder water heel veel wordt gereisd door vissen. Deze onderzoeken zullen nog een aantal jaren doorgaan, waardoor we steeds meer leren over hoe het watersysteem nu werkelijk functioneert. Steeds meer worden de vissen de ambassadeurs voor het schone water. Bij nadere analyse van het watersysteem, valt het gebied van Noorderzijlvest in 3 delen uiteen:

De Drentse beken vanaf het Fochteloërveen vormen de voeding voor het watersysteem. Deze mooie Drentse zandbeekjes vormen tevens het paaigebied van vele soorten vis. De afgelopen jaren zijn beken her meandert en worden steeds vrijer in hun loop. Ook zijn er vispassages om de vis in alle delen van het gebied te kunnen laten doordringen.

Groninger kanalen vormen voor vissen een bottleneck op hun reis naar de zee. Het is een soort doolhof waarin de vis verdwaalt. De vis is afhankelijk van zijn geur om te kunnen bepalen hoe het water stroomt. Door aanvoer van IJsselmeerwater via Friesland wordt dit systeem verstoord. Dat geldt ook voor de scheepvaart. Het zoeken is naar een natuurlijke verbinding tussen de Onlanden en het Lauwersmeer.

Het Lauwersmeer is een prachtig natuurgebied wat In de loop van de jaren grotendeels zoet is geworden. De natuur heeft hier een enorme behoefte aan meer dynamiek en een goede overgang van het zoete naar het zoute water. De Cleveringsluizen zijn daarvoor de aangewezen locatie om daarin te voorzien. Binnenkort start een proef met een kleine opening in een sluisdeur. Deze moet aantonen dat er een grote en stevige overgang tussen zoet en zout moet komen, zoals bijvoorbeeld in het Haringvliet of de aanleg zijnde vismigratierivier in de Afsluitdijk.

De vis wijst ons de weg

Er is dus een set aan maatregelen nodig, willen we het watersysteem weer natuurlijker gaan inrichten. In elk gebied zijn dat geheel verschillende soorten maatregelen, die echter samen toch een groot geheel vormen op weg naar een natuurlijker watersysteem, van veen tot zee. Een natuurlijk watersysteem, met vrije doorgang voor vissen. Het is een grote bijdrage aan herstel van biodiversiteit. Vissen wijzen ons hierbij de weg: verspreiding, aantallen en trekroutes moeten op orde zijn, evenals hun huis, de onderwaternatuur. Ofwel: de deur open, en het huis op orde brengen.

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring