Navigatie overslaan

Symposium Leidse Biologen Club

Afgelopen vrijdag mocht ik als voorzitter van Water Natuurlijk Hollandse Delta een presentatie geven op het symposium van de Leidse Biologen Club. Het thema was “contrast” en ik koos voor een verhaal over “Grasland, toen en nu”. En wat kan het waterschap doen om dat contrast wat te verminderen. Studenten konden het symposium gedeeltelijk fysiek en via de stream volgen.

Leidse Biologen Club

De Leidse Biologenclub is een bijna 100 jarige studievereniging voor biologiestudenten en promovendi van de Universiteit van Leiden. Voor hun leden organiseert de vereniging tal van, vooral studiegerelateerde, activiteiten. Zo ook een symposium met dit jaar als thema “contrast”.
Het contrast tussen het grasland in mijn jeugd en het grasland van nu kan nauwelijks groter zijn. Van schraal, ofwel voedselarm, naar extreem voedselrijk. Van extreem rijk aan plantensoorten naar een paar eiwitrijke grassen. Van een rijk dierenleven naar ecologisch rampgebied. Kortom: voldoende stof om te bespreken.

Teruglopend aantal Graslandvlinders door de tijd heen
Aantallen Graslandvlinders door de tijd heen

Gebrek aan mest

Grasland is in ons land door de eeuwen heen gemaakt en onderhouden door boeren. Vóór en tijdens mijn jeugd was al het grasland bloemrijk. Honderd duizenden hectares met allerlei types half natuurlijke graslanden. Om er maar enkele te noemen: kalkgraslanden, stroomdalgraslanden, kievitsbloemgraslanden, dotterbloemgraslanden, blauwgraslanden enzovoorts. Dat leverde een enorme rijkdom aan plantensoorten op. En natuurlijk daarmee verbonden een uitbundig dierenleven.

Gebrek aan mest was de oorzaak van het ontstaan van deze “schatkamers van Nederlandse flora” zoals ze wel genoemd werden. Boeren waren voor bemesting afhankelijk van de dierlijke mest van hun eigen gemengde bedrijf. Ze moesten kiezen waar ze de schaarse mest gebruikten en de keuze viel meestal op de akkers. Hooiland kreeg bijna nooit mest. Door generaties lang mineralen af te voeren in de vorm van hooi, kreeg je een schrale, voedselarme bodem en een enorme rijkdom aan plantensoorten. Verschillen in grondsoort en waterstand zorgden weer voor de grote variatie in types grasland.

Mest in overvloed

De uitvinding en massaproductie van kunstmest zorgde voor een ommekeer. Zo rond de Tweede Wereldoorlog was er aan mest geen gebrek meer. De bemesting van half natuurlijke graslanden in ons land luidde het einde in van deze rijkdom aan natuur. Met de opkomst van de intensieve veehouderij kregen we ook nog een grote toestroom van dierlijke mest. Een groot deel van de 75 miljard kg geproduceerde dierlijke mest die jaarlijks wordt geproduceerd, vindt een groot deel zijn weg naar de graslanden.

Bloemrijke graslanden maakten plaats voor monotone groene vlaktes, waar geen plek is voor biodiversiteit. Het beheer is gericht op productie, waarbij maar enkele grassoorten van belang zijn. Kruiden worden als regel geweerd of bestreden. Van de honderdduizenden hectares bloemrijk grasland is nog nauwelijks iets over. Planten en dieren die hier leefden, verdwenen. Wat er nog is, is meestal in beheer van natuurorganisaties. Of dit positief is voor het welzijn en de tevredenheid onder boeren is nog maar de vraag.

Kansen

Als grootste groenbeheerder buiten de natuurgebieden kan het waterschap wat doen. Bermen, oevers en dijken bestaan overwegend uit grasland. In het gebied van de Hollandse Delta gaat het om duizenden hectares. Met goed beheer, eigenlijk zoals boeren dat vroeger deden maar dan met moderne apparatuur, komt bloemrijk grasland terug. De kosten zijn marginaal en de winst aan biodiversiteit is groot.

De inzet van Water Natuurlijk is om deze kansen te benutten.

Joost Kievit MSc

VRIEND WORDEN!

Logo 'Samen voor Biodiversiteit'

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring