Tot 1978 werkte Gerard Claassen in de stallenbouw. Timmeren, lassen, alle voorkomende werkzaamheden. “Zo iemand zocht het waterschap ook voor zijn buitendienst. Ik dacht: waarom niet? Waterschap is overheid, een betrouwbare werkgever. Ik heb er nooit spijt van gehad,” aldus Claassen.
Gerard kwam terecht bij de Buitendienst Regio Zuid. “Het stroomgebied van de Aa tussen Nederweert en Helmond werd mijn werkgebied. Met enkele collega’s elke morgen met schop en riek op pad. Zomer en winter in de natuur. Wij inspecteerden watergangen, verrichtten kleine reparaties. Dat was vaak genieten. De koeien in de wei, eendjes met kuikens, een ree met twee kalfjes, je zag elke dag wel iets bijzonders.”
“Wij moesten er vooral voor zorgen dat het regenwater uit de Peel binnen een paar uren in Den Bosch kon zijn. Goede afwatering was een agrarisch belang. In het voorjaar zetten we schotbalken en stuwen op, in september gingen die weer plat. Om watergangen vrij te houden moesten we soms ook dagenlang brandnetels kapot spuiten. Of ’s winters als het gevroren had hout snoeien. Niks op tegen hoor. Alles beter dan de stinkende oliekachel in de werkloods.”
Na een jaar of vijf kwam Gerard Claassen in de rioolwaterzuivering bij de Technische Dienst terecht. “Daar heb ik ook met voldoening gewerkt. Het water dat wij binnenkregen was hartstikke dood. Waar wij het in de Aa lieten stromen krioelde het van de vis.”
Op zijn nieuwe standplaats kreeg Gerard langdurige rugproblemen. Die leidden ertoe dat zijn werkgever hem naar Den Bosch haalde, naar de Facilitaire Dienst. Hij verhuisde met zijn gezin naar Vught, waar hij ook een nieuwe draai gaf aan zijn vrije-tijdswerk.
Gemeenteraad - “Via de Lieropse Lijst was ik in Someren betrokken geraakt bij de gemeentepolitiek en had ik hobby gekregen in bestuurswerk. In Vught sloot ik mij aan bij Gemeente Belangen, waarvoor ik 12 jaar in de gemeenteraad heb gezeten. Terug in Lierop werd ik burgerlid voor de Lieropse Lijst tot die stopte. Daarna heb ik voor ‘Wij zijn Someren/VVD’ acht jaar als raadslid mijn steentje mogen bijdragen aan de gemeenschap.”
Water Natuurlijk - Toen de gelegenheid zich voordeed, stelde Gerard Claassen zich tevens kandidaat voor het algemeen bestuur bij waterschap Aa en Maas. “Met zes anderen zit ik in de fractie ‘Water Natuurlijk’. Wij hebben één lid in het dagelijks bestuur.”
“Bij het waterschap,” zegt Gerard, “voel ik me als een vis in het water. Ik vind het mooi dat ik als vroegere riviermedewerker tegenwoordig mag meebesturen. Bij het waterschap gaat het vaak over grote projecten die niet stoppen bij gemeentegrenzen, en over lange termijnbeleid. Toch heb je er nauwelijks politiek gehakketak. Het waterschap wordt bestuurd door belangengroepen die naar elkaar luisteren. Elke mening wordt er gerespecteerd.”
Beekdalontwikkeling - Volgens Gerard Claassen is dat ook het geval bij het actuele project Beekdalontwikkeling Aa en Kleine Aa. Met het oog op klimaatverandering moet daar meer waterberging worden gerealiseerd. Ook moet de Aa weer gaan meanderen om water langer vast te houden. Maar voor de boeren mag het toch niet te nat worden. Verder moet er voor de recreatie nieuwe natuur worden ontwikkeld en moet de waterkwaliteit worden verbeterd. Al die doelen worden in elkaar gevlochten.
Claassen: “Ik ben als lokale IVN-er bij dit project betrokken. Al in 2016 konden wij bij de eerste ‘krijtschets’ onze inbreng leveren. We hebben natuur geïnventariseerd en aangegeven welke bomen moeten blijven staan. Maar ook waar vistrappen nodig zijn, waar de bever de ruimte kan krijgen, waar een ijsvogelwand het meeste nut heeft en waar je het beste bankjes kunt neerzetten voor recreatieve wandelaars.”
“Ik ken het plangebied goed omdat ik er vroeger heb gewerkt. Ik heb heel wat puin helpen storten op plaatsen waar dat vroeger nodig werd geacht om afkalving van de oevers te voorkomen. Nu de Aa weer mag meanderen zal dat puin er wel weer uit moeten.”
“Inzichten veranderen nu eenmaal. Als we niet snel zuiniger omspringen met water kunnen onze kleinkinderen straks te kampen krijgen met watertekort. Dat wil niemand. Gelukkig kunnen wij laten zien dat ingrepen in de Aa tot iets moois leiden. Kijk naar het Starkriet. De mensen vinden het prachtig hoe de natuur daar weer zijn gang gaat. En wie weet wat er nog komt. Honderd jaar geleden werd het Meerven drooggelegd voor de landbouw. Ik hoop nog mee te maken dat het weer een ven wordt.”
Dit artikel verscheen eerder op de website van Aa en Maas. Foto: Frans van den Boomen.