Vanaf 2019 hanteert Waterschap Noorderzijlvest voor het aandeel ingezetenen een percentage van 30%. In 2023 is dit percentage opnieuw vastgesteld en dus ongewijzigd.
Ter illustratie, waterschap Hunze en Aa’s heeft in 2021 de kostentoedeling bepaald met een percentage van 29% voor ingezetenen. Wetterskip Fryslân heeft de kostentoedeling in 2024 bepaald met een percentage van 20% voor ingezetenen.
Noorderzijlvest heeft een dichtheid van 265 inwoners per km2. Hunze en Aa’s 236 inwoners per km2 (11% lager) en Fryslân 181 inwoners per km2 (32% lager).
Wat is er gebeurd met de tarieven en kostentoedeling binnen Noorderzijlvest?
De tarieven stijgen voor een deel doordat:
- Investeringen die het waterschap moet doen om haar wettelijke taken uit te voeren zijn toegenomen. Dit is een landelijke trend. Dit komt voort uit de uitdagingen waar wij voor staan, zoals het ophogen en versterken van zeedijken. De bouw van nieuwe gemalen, waterbergingsgebieden en grote inspanningen die nodig zijn om de waterkwaliteit te verbeteren.
- Door inflatie, stijgende materiaalkosten en loonkosten is al het werk duurder geworden.
Omdat het huidige belastingsysteem voor de watersysteemheffing is gebaseerd op de waarde van gebouwen en gronden wordt zo het daadwerkelijke tarief voor een categorie bepaald. Tussen 2019 en 2023 heeft er een verschuiving plaatsgevonden in de waarde van gebouwen en grond. De WOZ waarden van woningen zijn ten opzichte van 2019 met gemiddeld 56,7% toegenomen. Deze stijging is in het gebied van Noorderzijlvest voornamelijk veroorzaakt door waardestijging van vastgoed in de stad Groningen. In verhouding zijn de WOZ waarden van woningen meer toegenomen dan de waarde van agrarische gronden. Dat verklaart waarom woningeigenaren in de huidige kostentoedeling een groter aandeel van de belastingen gaan betalen.
Gemiddeld genomen gaan huishoudens in 2024 zo’n 562 euro betalen. Dat is 67 meer ten opzichte van vorig jaar (op basis van de vorige kostentoedeling).
De agrariërs betalen per hectare grond. En betalen nu in verhouding 17% minder. Van 93,70 euro per hectare naar 74,67 euro per hectare. Landelijk ligt de bandbreedte tussen de 60 en 90 euro.
Effecten wijzigen percentage ingezetenen
Het percentage ingezetenen is nu 30%. Stel dat het bestuur besluit dit percentage naar 25% of 20% te verlagen dan wordt het overige deel van de heffing opnieuw verdeeld over de categorieën (op basis van de economische waarde). Anders gezegd, het deel dat niet met de algemene heffing wordt opgehaald moet dan door de andere categorieën worden opgebracht. De categorie die hier van zou profiteren is de categorie huurders. Een gezin met een huurhuis zou er tussen de 4,5% (25% ingezetenen) en 9,3% (bij 20% ingezetenen) op vooruit gaan. Een alleenstaande met een huurhuis zou er 8,5% (25% ingezetenen) tot 17% (20%) ingezetenen op vooruit gaan.
Woningeigenaren gaan er gemiddeld 0,6% (25% ingezetenen) tot 1% (20% ingezetenen) op achteruit. Agrariërs zouden bij een percentage van 25% ingezetenen zo’n 4,5% op achteruit gaan. Bij 20% ingezetenen is dit ongeveer 11%.
Voor natuurterreinen is er geen verschuiving wanneer het percentage ingezetenen van 30% naar 25% wordt aangepast. Bij een percentage van 20% zouden beheerders van natuurterreinen ongeveer 6,5% meer moeten betalen.