Navigatie overslaan

ARTIKEL: Juffertjes en schietmotjes vertellen hoe schoon de beken in Meerssen nu eigenlijk zijn

Het gaat in Meerssen vaak over water. Maar bijna nooit over wat er in leeft. Monique Korsten onderzoekt de kwaliteit van de beken, geholpen door juffers, wormen en bloedzuigers.

Uit De Limburger, Jeroen Geerts, 24 april 2023
(Foto: Mitchel Giebels)

Het krioelt in de waterbak. „Kijk, kokerjuffertjes”, wijst Monique Korsten. „Dat is een goed teken.” Een aantal net uit de Watervalderbeek gehaalde stenen zit vol met poppen. „Dat worden schietmotjes. En hier zitten platwormen.” De ecoloog van het waterschap is voorzichtig positief over wat ze ziet. „Die juffertjes met name, eigenlijk zijn het libellen, zie je alleen bij schone bronbeken.”

Leven

Water is een van de meest besproken thema’s in Limburg. Al helemaal in Meerssen, dat sinds jaar en dag geteisterd wordt door wateroverlast bij extreme buien. „Maar het gaat meestal over het wateroppervlak, hoe de stromen lopen, hoe bergingen en overstorten werken. De organismen die erin leven, vergeten we vaak. Terwijl ze essentieel zijn voor een goed ecosysteem.” Deze dag waarop de verslaggever even meekijkt, doet Korsten een aantal proeven in de beken van Meerssen om te kijken hoe die ervoor staan. Specifiek: Wat is de invloed van riooloverstorten op het leven?

Het is werk met schepjes en emmertjes. Natuurlijk worden ook watersamples bekeken in het laboratorium, maar voor een steekproef zoals deze heeft de ecoloog genoeg aan het blote oog. Daar komt de tweede grote schep uit de Watervalderbeek. Deze keer genomen vlak vóór het riooloverstort. „Je ziet meteen het verschil.” Geen vochtige toiletdoekjes meer, meer soorten organismen en geen bloedzuiger.

Die was vlak ná het overstort wel mee boven water gekomen. Een alarmbelletje. Want net als pissebedden overleven die prima in vervuiling. Maar in Zuid-Limburg gaat het in de beken over het algemeen best oké. „Pas op”, waarschuwt de ecoloog. „Dat is maar relatief. Maar hier komen soorten voor die je nergens anders in Nederland nog ziet. Daar zijn een paar voorwaarden voor: het water moet schoon en koud zijn en constant stromen.”

Balans

Te weinig doorstroom is niet goed. Aanslibbing kan ook een bedreiging vormen. Maar als er te veel water komt afstromen, kunnen waterdiertjes worden meegesleurd. Of de stenen waarop ze leven raken bedekt met modder. Soms is het een lastige balans. Zo merkt de Watervalderbeek ook de invloed van de watergeleiders en dammen die bovenstrooms zijn aangebracht om te helpen zorgen dat het centrum van Meerssen bij extreme buien droge voeten houdt.

Het gebied rond de Watervalderbeek en de buffers bij de Visweg, hebben het de laatste jaren een paar keer _ink te verduren gekregen door extreem weer. „Dat pleegt een enorme aanslag op het leven in de beken. Maar er zijn hier gelukkig schone bronnen in de buurt. Het ecosysteem krijgt iedere keer weer de kans te herstellen.”

Korsten vindt uiteindelijk in haar waterbak zelfs vier verschillende soorten kokerjuffertjes. Nog een plusje. Ze vindt ook minder slechte indicatoren dan ze had verwacht. Dat is niet verkeerd. Maar het leven in de beek geeft toch een wat eentonig beeld. En er zit behoorlijk wat troep in het water.”

Lees artikel in De Limburger

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring