
Funderings- en grondwaterproblemen wie heeft er geen last van?

Een miljoen woningen lopen risico op funderingsschade in de komende dertig jaar. Een woning die al funderingsschade heeft en hersteld moet worden is het huis van Elske. Elske schrijft de komende nieuwsbrieven over het funderingsherstel van haar woning en alles wat daarbij komt kijken. Ik (Erik Hovingh) ga de komende nieuwsbrieven in op achtergronden van haar verhaal en wat de rol is van het waterschap rondom grondwater.
We zakken steeds dieper weg.
We wonen in de lage landen, in de delta van de Rijn en de Maas. Een gebied waar veel overstromingen plaatsvonden. Een groot moeras met kreken en rivieren waar veen ontstond.
Maar ook een gebied waar het ondanks de omstandigheden, goed wonen was. We beschermden ons steeds beter tegen overstromingen, dorpen en steden ontstonden en steeds grotere delen land werden ontgonnen om er te wonen en landbouw te bedrijven.
Dat we zijn gaan wonen in een moeras, in een veengebied, weet niet iedereen meer. Op sommige plekken is dit nog wel zichtbaar, denk aan de Bergse plassen, maar zeker ook in de Krimpenerwaard en in de polder Esse, Gans- en Blaardorp.
Er is echter nog steeds een groot nadeel aan het wonen in de veengebieden in Nederland en dus aan het wonen in Schieland en de Krimpenerwaard en dat zijn funderingsproblemen.
Schieland en de Krimpenerwaard ligt in het meest zettingsgevoelige deel van Nederland. De bodem in ons gebied zakt soms wel met 7 cm in 10 jaar. Dit heeft gevolgen voor het grondgebruik, de openbare ruimte, je tuin en je huis.
Bron: www.kcaf.nl (Sweco en Deltares)
Omdat de bodem zakt, was het wenselijk dat ook het waterpeil mee zakte anders liep het land en uiteindelijk ook woningen onder. Hierdoor oxideerde het veen en bleef de bodem zakken. Deze zakking gaf schade aan huizen die een ondiepe fundering hadden. Daarom ging men gebouwen onderheien. Tot 1970 zijn hier en daar nog steeds houten palen gebruikt. Zolang houten palen onder water staan gaat het meestal goed. Maar zodra houten palen langer droog staan, gaat het fout. Als het grondwater verder is gezakt dan de kop van de heipaal, gaat de paal rotten en verliest hij zijn draagkracht met alle gevolgen van dien.
Doordat gebouwen onderheid werden, zakten ze niet meer. Het gevolg hiervan is dat het wenselijk werd om de oppervlaktewaterstand (het peil in de sloten) rond bebouwing niet verder te laten zakken. Ook om ervoor te zorgen dat de houten paalfunderingen niet droogvielen. Het oppervlaktewaterpeil wordt door het waterschap vastgelegd in een peilbesluit.
Daarin weegt het waterschap alle belangen en bepaalt welk peil in welk gebied het beste past bij de functie en de daaraan gekoppelde, soms tegenstrijdige belangen. Je hebt het dan onder andere over natuur, landbouw en bebouwing met verschillende type fundering. Voor veel stedelijke gebieden geldt al ruime tijd een vast oppervlaktewaterpeil. Maar hoe zit dat nu bij de woning van Elske in Rotterdam Blijdorp en wat doet de grondwaterstand daar.
De situatie in Rotterdam Blijdorp
Een groot deel van de wijk bij Elske heeft een paalfundering met houten palen. Hoe hoog de grondwaterstand staat is dus van groot belang. Welke palen staan droog en welke staan nog onder water. Dit hangt af van veel verschillende aspecten, zoals de hoogte van het huis (maaiveldhoogte), de hoogte van de fundering bovenop de houten paal, de afstand tot het oppervlaktewater, hoogte oppervlaktewaterpeil, bodemopbouw. Maar ook bomen in de omgeving, grondwateronttrekkingen en het weer. Lange periode van droogte zorgen dat het grondwaterstand erg kan zakken.
Via verschillende openbare bronnen op het internet is veel informatie te verkrijgen over het grondwater en de bodem. Zeker in de gemeente Rotterdam. De figuren die ik gebruikt heb en hieronder te zien zijn, zijn verkregen via het Dinoloket en gemaakt en verkregen via het gisweb van de gemeente Rotterdam.
De bodemopbouw in de wijk verschilt over de verschillende metingen. Wat duidelijk naar voren komt is dat een flinke laag veen aanwezig is van rond de 5 meter dik. Deze laag zal door het gewicht van het zand en de straat erboven verder inklinken. Ook geeft dit aan dat het gebied zettingsgevoelig is.
Wat opvalt aan de hoogteligging in de wijk is de hoge ligging van de Schiekade, waar vroeger de Rotterdamse Schie liep, die inmiddels is gedempt. De huizen nabij de Schiekade hebben dus eerder last van droogvallende palen. Er is weinig water aanwezig wat weer zijn effect heeft op de grondwaterstand. De invloed vanaf de singel neemt na een aantal meter al snel af. Zeker in droge zomers zal het grondwater in de wijk veel lager staan dan het peil in de singel. Het waterpeil in de singel is al decennia lang – 2,40. Je mag verwachten dat gezien het singelpeil al jaren gelijk is, dat de grondwaterstand in de wijk ook gelijk blijft.
In de wijk staan verschillende grondwaterpeilbuizen. De gegevens van één van de peilbuizen zijn weergegeven in onderstaande figuur.
De blauwe lijn zijn de gemeten waarden, de rode lijn is een trendlijn. Er vallen een aantal zaken op:
- het grondwaterpeil is sinds de jaren 80 gedaald, van rond de -2,70m naar de – 3,15m NAP
(uit andere metingen blijkt dat ook in de periode tussen 1945 en 1980 het grondwaterpeil daalde);
- het grondwaterpeil schommelt erg (dit terwijl het water in de singels, maar beperkt stijgt bij hevige neerslag);
- de laatste jaren is het grondwaterpeil redelijk constant met een gemiddelde waarde van onder de 3m beneden NAP.
Uit onderzoek is gebleken dat de bovenkant van Elske haar houten palen nu ongeveer 30 à 40 cm boven het gemiddeld grondwaterpeil staan. Uit de figuur is af te leiden dat haar fundering al sinds de jaren ’90 aan het rotten is. Het is dan ook niet verwonderlijk dat sommige paalkoppen volledig verpulverd zijn. Dit verklaard ook de schade aan het pand.
Door de grote schommelingen komt bij pieken het water bij Elske de kelder in lopen, dit terwijl de grondwaterstand voor Elske haar oude houten fundering dus wel veel te laag is. Dit en dat het onder de grond afspeelt maakt het z’n lastig probleem.
Voor meer informatie: Erik Hovingh (erik.hovingh@hhsk.nl)