Navigatie overslaan

Bouwen in een diepe polder, kan dat wel?

Voor de Zuidplaspolder ligt er nu een plan voor de bouw van 8000 woningen. De meningen over bouwen in ongeveer de diepste polder van ons land zijn op zijn zachts gezegd zeer verdeeld. Hoe verstandig of onverstandig is dat bouwen in een diepe polder?

De behoefte aan nieuwe woningen is momenteel “huizenhoog”, om maar eens een toepasselijke beeldspraak te gebruiken. Landelijk gezien is er nu een tekort aan ruim 300.000 woningen. Tot 2030 moeten er 900.000 bijgebouwd worden, volgens het ministerie van BZK.

Tegelijkertijd is er het besef dat het bouwen van nieuwe woningen toekomstbestendig moet gebeuren. Als je daaraan de consequentie zou verbinden dat bouwen onder zeespiegelniveau onverstandig is, dan blijven er in het westen van Nederland, maar weinig bouwlocaties over.

Dat raakt eigenlijk direct aan de vraag hoe veilig is wonen onder zeeniveau. De kern van de Deltabeslissing Waterveiligheid is dat iedereen, die achter de dijken woont, een risico van overlijden door overstroming heeft van eens in de 100.000 jaar. Voor die veiligheid maakt het dus niet uit of je twee, vier of zes meter onder zeeniveau woont. De waterschappen werken er hard aan om dit waar te maken en het is een continue zorg om de dijken op orde te houden. Periodiek worden de waterkeringen beoordeeld of ze nog voldoen aan de normen en worden deze zo nodig aangepakt. En bij die normen wordt er al rekening gehouden met zeespiegelstijging met een doorkijk tot 2050. Maar veiligheid heeft niet alleen te maken met het voorkomen van een dijkdoorbraak, maar ook met het voorkomen van gevolgschade.

Als je in een diepe polder wilt bouwen is het daarom net zo belangrijk om mee te wegen waar je in de polder gaat bouwen en hoe je dat vervolgens doet. Bouwen moet je doen vanuit de eisen die water en bodem stellen aan een klimaatrobuuste inrichting: water en bodem als leidende principes. Dit betekent dat je alleen op een stevige ondergrond traditioneel kunt bouwen. Op een zakkende veenbodem zul je naar alternatieve, innovatieve oplossingen moeten zoeken of daar niet bouwen.

Er zal bij de bouw al rekening gehouden moeten worden met steeds heftigere buien in korte tijd, de zogenaamde clusterbuien en tegelijkertijd kunnen er perioden van langdurig droogte en hittestress optreden. Door vooraf in het ontwerp rekening te houden met de opvang van veel regenwater, voor zowel op perceelsniveau als in de buitenruimte, kunnen problemen van wateroverlast voorkomen worden. Dit betekent bijvoorbeeld de aanleg van wadi’s (afkorting voor Water Afvoer Drainage Infiltratie), waar water kan worden opgevangen, pleinen die lager liggen om tijdelijk water op te slaan, plas-dras gebieden en wetlands rondom de woningbouw en zo meer.

Ook aan het ontwerp van de huizen zelf kunnen eisen gesteld worden, zoals een hoger drempelniveau, de aanleg van gevoelige installaties niet in de kelder, maar op zolder en een groen dak voor wateropvang.

Door de aanleg van veel groen krijg je niet alleen dat het water wordt vastgehouden, maar met een juiste inrichting kun je ook veel bijdragen aan het herstel van biodiversiteit en verminder je tevens hittestress in de zomer.

Als, zoals in de Zuidplaspolder, bij het bouwen van huizen in lage veenpolders de hele inrichting van een gebied wordt meegenomen, biedt dit tegelijk ook kansen voor verbetering van het hele watersysteem. Door peilopzet wordt de kweldruk tegengegaan, door het verbinden van versnipperde peilgebieden ontstaat een robuuster watersysteem, door onder andere de aanleg van een extra waterberging in de vorm van fijnmazige sloten, wetlands in combinatie met natuurvriendelijke oevers, verbetert de waterkwaliteit en wordt biodiversiteit hersteld.

Kortom, bouwen in een diepe polder kàn verantwoord en verstandig zijn, maar dan moet het wel met “verstand” gebeuren!

Voor meer informatie AgnesvanZoelen@hotmail.com

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring