De droogte, extreme hoosbuien, bodemdaling en zeespiegelstijging zorgen ervoor dat veilig wonen en werken niet overal en altijd vanzelfsprekend zijn in Nederland. In Nederland zijn we gewend het water naar onze hand te zetten. Daar worden we internationaal om geroemd. We kunnen echter niet meer voor alle water- en bodemvraagstukken met technische oplossingen komen. Vanuit maatschappelijk oogpunt is dat ook financieel niet meer verantwoord. In plaats van ons land en watersysteem aan te passen aan onze wensen, moeten wij ons daarom aanpassen aan de grenzen die bodem en water aan ons stellen.
1. Waterschappen willen dat het rijk sneller dan 2025 met landelijke wetgeving komt voor de implementatie waarmee water en bodem sturend worden voor ruimtelijke plannen.
Toelichting: Landelijke wetgeving is nodig om regionale en lokale regelgeving verder te brengen. Zo worden verschillende regels per provincie, per waterschap of zelfs per gemeente voorkomen. De woningbouwlocaties staan volgens eerdere brieven van het rijk tot 2025 vast. De waterschappen benadrukken dat het kortetermijnbelang niet leidend mag zijn. Nieuwe woningen moeten klimaatbestendig zijn (tegen hitte, droogte, wateroverlast en overstroming). Hiervoor ontbreken nog instrumenten, zoals een afdwingbare watertoets, het handhaven van het verplicht afkoppelen van regenwater, de herziening van de Beleidslijn Grote Rivieren en een waterlabel voor huizen.
2. Waterschappen pleiten voor het tijdig vergroten van het Deltafonds.
Toelichting: We willen ons land weerbaarder maken tegen de onzekerheden die zeespiegelstijging met zich meebrengt. Op basis van inzichten van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging concluderen we dat het Deltafonds moet worden opgehoogd om de effecten van zeespiegelstijging en bodemdaling op te kunnen vangen. Daarnaast moeten we hierbij ook rekening houden met de stijgende grondstofprijzen.
3. Waterschappen roepen op tot nieuwe financiële afspraken en een langetermijnvisie op waterveiligheid met plannen voor na 2050.
Toelichting: Op dit moment vindt de grootste dijkversterkingsoperatie sinds de Deltawerken plaats met het Hoogwaterbeschermingsprogramma. In 2050 voldoen alle dijken aan de nieuwe normen voor waterveiligheid. In de komende kabinetsperiode zijn nieuwe afspraken over de gedeelde financiering van dijkversterking na 2028 nodig. Maar ook, wat gebeurt er daarna? Het klimaat verandert en daar moeten we tijdig op anticiperen. Dat betekent dat we nu voldoende budget moeten reserveren en een langetermijnvisie moeten hebben voor waterveiligheid in Nederland na 2050.
4. Waterschappen willen dat rijksbijdragen aan klimaatadaptatiemaatregelen worden geïntensifieerd en structureel worden gemaakt.
Toelichting: Meer landelijke financiering voor maatregelen zorgt dat de opgaven in de regio sneller kunnen worden aangepakt en dat toekomstige schade en overlast kunnen worden beperkt. Denk aan het vergroenen van openbare ruimte voor het vasthouden van water, het herinrichten van straten voor het opvangen van regenwater en het meer ruimte creëren voor water in het landelijk gebied.
Nationaal Programma Landelijk Gebied
Uitstellen van het aanpakken van natuurherstel en water- en klimaatproblemen is niet langer mogelijk. Er is een integrale aanpak nodig om de problemen rond stikstof, water (problemen met verdroging en de kwaliteit) en klimaatverandering op te lossen. Met het NPLG moet die integrale aanpak er komen. De waterschappen willen dat een nieuw kabinet verder gaat met deze aanpak en na stilstand vooruitgang gaat boeken.
5. Waterschappen dringen erop aan dat landelijke afspraken uit het NPLG snel verankerd worden in landelijke wetgeving en regionaal integraal worden geborgd in gebiedsprogramma’s.
Toelichting: Landelijke wetgeving geeft richting aan ruimtelijke plannen (denk aan woningbouw en energie). Dat moet voor het landelijk gebied niet anders zijn. Hiervoor is een integrale aanpak een vereiste. Een mogelijke versnelling op thema’s zoals stikstof en woningbouw en het ontbreken van een Landbouwakkoord mogen geen aanleiding zijn om van dit principe af te stappen.
Verbeteren van de water- en bodemkwaliteit
Waterschappen pleiten voor een verbetering van de water- en bodemkwaliteit, zodat de bodem meer water kan vasthouden en er minder schadelijke stoffen in het oppervlaktewater komen. Ook helpt een gezonde bodem tegen verdroging en wateroverlast.
6. Waterschappen pleiten voor een transitie naar een duurzame land- en tuinbouw.
Toelichting: Een meer duurzame land- en (glas)tuinbouw draagt bij aan het halen van waterkwaliteitsdoelen. Denk hierbij aan watergebruik, gebruik van meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en diffuse verontreinigingen. Belangrijk is te blijven werken aan het verminderen van emissies richting water, bodem en de lucht.
7. Waterschappen willen wetgeving die moet voorkomen dat schadelijke stoffen uit de industrie het oppervlaktewater vervuilen.
Toelichting: Het aantal lozingen door de industrie van nieuwe, opkomende schadelijke stoffen (zoals PFAS) moet worden geminimaliseerd om de waterkwaliteit in Nederland te verbeteren. Dit past in een beleid van het voorzorgsbeginsel en een bronaanpak “wat er niet in komt hoeft er ook niet uit”. De REACH-aanpak vanuit Europa staat toe dat stoffen gebruikt worden voordat ze na toetsing verboden worden. Dat vinden waterschappen onwenselijk. De waterschappen willen een milieubewust stoffenbeleid met als uiterste middel een wettelijk verbod.
8. Waterschappen willen de grondwatervoorraad beter in beeld krijgen en pleiten voor meer landelijke kaders en maatregelen om de grondwatergebruik beter te reguleren.
Toelichting: De overheden in Nederland moeten op zoek naar een goede combinatie van meldplicht en vergunningplicht om grondwatervoorraad te beschermen en grondwateronttrekkingen te reguleren. Omdat het weer steeds grilliger wordt, zoals dit voorjaar liet zien (kletsnat voorjaar, alsnog droogte in de maanden daarna), neemt de noodzaak toe beter in beeld te hebben wat de grondwatervoorraad en het grondwatergebruik is. Waterschappen en provincies zijn hiervoor aan zet, maar er zijn ook landelijk kaders en maatregelen nodig om de grondwatervoorraad beter te beschermen en het waterverbruik en ruimtegebruik beter te laten aansluiten bij de waterbeschikbaarheid in een gebied. Denk hierbij aan waterbesparende maatregelen bij nieuwbouw, tegengaan van verharding en het instellen van onttrekkingsplafonds.