Van levensbelang voor mens en natuur is het, maar schoon en gezond water in de sloten, kreken en kanalen is voorlopig onbereikbaar. Van de 10% grote wateren weten we dat ze niet voldoen aan de normen. De verwachting is dat dat ook in 2027 nog zo zal zijn en deskundigen verwachten dan een watercrisis, vergelijkbaar met de huidige stikstofcrisis. Van de 90% kleinere wateren weten we niet zo veel. Zonder enige twijfel is kwaliteit slechter dan in de grote wateren, maar er is geen ambitie van het waterschapsbestuur en er zijn geen doelen vastgesteld.
In 2020 stelde het bestuur van het waterschap tussendoelen vast voor die kleinere wateren. Dat moest vanwege een overeenkomst met de provincie. De tussendoelen kwamen overeen met het toen geldende kwaliteitsniveau in de praktijk. 'Lekker makkelijk' stelden critici, omdat daarmee gelijk de doelen al waren behaald. Dat werd genuanceerd. Het waterschap zou de handen al vol hebben aan het voorkomen van verdere verslechtering van de kwaliteit.
In 2021 zou een traject starten om de ambities van het bestuur voor de reguliere wateren te verankeren en de definitieve doelen voor de lange termijn vast te stellen. Daarbij zou het ook gaan over vismigratie, medicijnresten, microplastics en dergelijke. Maar toen bleef het stil. Een recente vraag van de fractie Natuur, kreeg als antwoord: “Op basis van de Strategie Waterkwaliteit zal het proces starten om te komen tot definitieve doelen voor regulier water”. Er werd ook verwezen naar een begrotingswijziging in 2024, en daarin is te lezen dat de “Strategie” geen doorgang vindt vanwege personele onderbezetting.
Kortom: het is slecht gesteld met ons water en het ontbreekt aan urgentie en ambitie bij het waterschap om daar wat aan te doen. Dat moet radicaal anders vindt Water Natuurlijk.
Joost Kievit MSc