Navigatie overslaan

Anti-vlooienmiddelen: helemaal niet zo onschuldig

Wij willen toe naar een schoon en gezond watersysteem. Maar dat wordt ernstig ondermijnd door insecticiden die via onze huisdieren in het milieu terechtkomen.

Het gaat om stoffen die in de landbouw al jaren verboden zijn, juist omdat ze zo schadelijk zijn.

In het tv-programma Radar (15 september) werd pijnlijk duidelijk dat in veel anti-vlooienmiddelen voor honden en katten nog altijd pesticiden zoals fipronil (bekend van het voedselschandaal van 2017) en imidacloprid worden gebruikt. Voor diergeneesmiddelen geldt vreemd genoeg dat de effecten op het milieu niet onderzocht hoeven te worden. Zolang het middel maar veilig is voor het dier, voldoet het aan de eisen. Fabrikanten voelen zich daarom niet verantwoordelijk voor de schade die in de natuur ontstaat.

Hoe komt het gif in het milieu?

De bestrijdingsmiddelen die aan honden en katten worden toegediend tegen vlooien, teken en luizen, verlaten het dier via haren, urine en ontlasting. Zwemt een hond in een sloot of rivier, dan spoelen de stoffen direct het oppervlaktewater in. Ook via de wasbeurt van een hond bereiken deze middelen, ondanks rioolwaterzuivering, onze sloten en plassen. Zelfs jonge vogeltjes kunnen ermee in aanraking komen: wanneer hun nest is gebouwd met haren van een behandeld huisdier, ligt de giftige stof letterlijk tegen hun tere huid. Alhoewel het niet onderzocht is, is het aannemelijk dat ook mensen hier last van kunnen krijgen. Denk maar eens aan kleine kinderen die na het aaien van een hondje hun vingers in hun mond steken. 

Schokkende gevolgen in de natuur

Fotograaf Marlonneke Willemsen maakte de gevolgen zichtbaar. Zij volgde rupsen van de nachtvlinder Grote Beer, die normaal paardenbloem eten. Toen ze rupsen verse plantjes uit een park gaf, bleken deze zwaar vervuild met pesticiden. De rupsen misvormden tijdens het verpoppen: te grote achterlijven, kapotte vleugels, nauwelijks in staat uit de pop te kruipen. In een laboratoriumonderzoek werden maar liefst 15 verschillende bestrijdingsmiddelen gevonden – waaronder dezelfde stoffen die ook in anti-vlooienmiddelen worden gebruikt. Andere onderzoeken bevestigen dit beeld: onze parken en bermen zitten vol met dit gif.

Hoog tijd voor verandering

Met 2,9 miljoen katten en 1,7 miljoen honden in Nederland is dit probleem enorm en urgent. Het is duidelijk dat we niet langer kunnen doorgaan met het toedienen van zulke schadelijke middelen. We hebben alternatieven nodig die huisdieren beschermen, zonder onze natuur en waterkwaliteit te vergiftigen.
Een schoon en gezond watersysteem begint niet alleen bij landbouw en industrie, maar ook bij onze eigen achterdeur. Laten we stoppen met deze schadelijke anti-vlooienmiddelen – in het belang van mens, dier én natuur.

Mirjam de Neef

Vriend worden!

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring