Alarmerend veel gif in het water

Analyse van de meetgegevens leert dat er schrikbarend veel soorten bestrijdingsmiddelen in de watergangen zitten op de eilanden van de Hollandse Delta. Veelzeggend is ook het gegeven dat op de eilanden met minder landbouw het water minder giftig is.

Verspreid over de Hollandse Delta zijn er meetpunten voor de waterkwaliteit. In opdracht van het waterschap worden regelmatig monsters genomen en in een laboratorium onderzocht. Zo weten we hoe het gesteld is met het water van de sloten en vaarten in onze polders. De resultaten worden voor wat betreft bestrijdingsmiddelen ook weergegeven op de website “bestrijdingsmiddelenatlas” (link opent in nieuw tabblad). Per meetpunt kun je daar ook de aangetroffen stoffen zien. Analyse van deze gegevens en samenvoeging per eiland van de Hollandse Delta geven een zeer verontrustend beeld.

Heel veel verschillende soorten gif zitten in het water en Goeree Overflakkee staat met stip op de eerste plek.

Duidelijk is dat op de eilanden met minder landbouw het water ook minder giftig is. De opmars van de tulpenteelt op Goeree Overflakkee zal vermoedelijk ook geen goed doen. Die teelt staat volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek met ruim 25 kg werkzame stof per hectare in de top 5 van bestrijdingsmiddelen gebruik.

Water Natuurlijk fractievoorzitter Konnie Wilkens maakt zich grote zorgen. Konnie:

“Dat bestrijdingsmiddelen een probleem zijn, dat weten we al heel lang. Inmiddels komen er steeds meer onderzoeken die aantonen dat vooral de ‘gifcocktails’ zeer slechte gevolgen hebben voor onder andere de mens. Je kan je niet voorstellen wat al deze middelen aanrichten voor alles wat in en om ons water leeft, dit kan zo niet doorgaan.”

De genoemde aantallen gaan over de aangetroffen stoffen. Ze overschrijden niet allemaal de gestelde normen. Sommige wel, de meeste niet. Maar normen zeggen niet zo veel. Een norm geldt voor een enkele stof en ook het onderzoek dat aan die norm vooraf gaat is gericht op die ene stof. Per stof wordt dan bekeken in welke concentratie die schadelijk is voor de gezondheid van mensen en voor het milieu.

De realiteit is, dat er eigenlijk nooit sprake is van een enkele stof. Het gaat altijd om een cocktail van wisselende samenstelling. Wat die combinatie doet met de gezondheid van mensen of het waterleven weet niemand. Onderzoek daar naar staat nog in de kinderschoenen.

Dat bestrijdingsmiddelen niet op de agrarische percelen blijven, wordt onder andere ook duidelijk uit het project “Schone Sier” (link opent in nieuw tabblad) van het burgerinitiatief “Meten=weten”. Zij lieten onderzoek doen naar de verspreiding. Van 5 locaties in natuurgebieden en 2 aan de rand van een dorp in Drenthe en op de Veluwe werden luchtmonsters en eikenblad geanalyseerd. Daarin werden in totaal 77 verschillende soorten bestrijdingsmiddelen gevonden.

Er hangt een nevel van bestrijdingsmiddelen boven Nederland, is hun conclusie. Dag en nacht worden we blootgesteld aan chemische stoffen uit de landbouw en alles wat leeft, ademt deze stoffen voortdurend in, aldus “Meten=weten”.

Veel stoffen komen uiteindelijk in het water terecht. Ook via de lucht. Wat dat betekent voor de Hollandse Delta is nu duidelijk en geeft geen positief beeld. Het beeld is niet compleet want er zijn meer vervuilende stoffen dan bestrijdingsmiddelen, maar Water Natuurlijk gaat niet bij de pakken neer zitten en blijft zich inzetten voor schoon en gezond water.

Fractievoorzitter Konnie Wilkens:

“Toch is er hoop, dit wil ik graag blijven benadrukken. Vorig jaar is bijna unaniem een voorstel van Water Natuurlijk aangenomen welke geld beschikbaar stelt voor grondeigenaren, waaronder boeren, die het anders willen doen. Wie maatregelen treft die een positief gevolg hebben op de waterkwaliteit kan dan bij het waterschap hier een vergoeding voor krijgen. De daadwerkelijke implementatie van de Regeling Groen Blauwe diensten laat helaas nog steeds op zich wachten, het is zo belangrijk dat wij als waterschap er alles aan doen deze mensen te helpen! Ik hoop echt dat we snel de eerste vergoedingen kunnen gaan uitgeven om zo ons steentje bij te dragen.”

Joost Kievit MSc