Het is alweer bijna 25 jaar geleden, dat mijn waterschapsavontuur begon met de zg ‘groene bestuurders’. Dat waren mensen met groenblauw bloed in de aderen, die door de Oostbroekorganisaties gevraagd werden om zitting te nemen in het waterschapsbestuur en daarbij ook actief ondersteund werden. De tijd van het personenstelsel, maar ook de tijd van Theo de Jong en Let de Stigter, de groene coryfeeën van het eerste uur. Inmiddels zijn die groene bestuurders van toen geëvolueerd tot een professionele club van meer dan 1000 leden, die het in (vrijwel) alle waterschappen goed doet. Die club heet Water Natuurlijk, de partij die de natuur en de ecologie een volwaardige stem heeft gegeven in het waterschapsbestuur. Ik ben blij dat ik daar vanuit het Algemeen Bestuur en later als hoogheemraad mijn steentje aan heb mogen en kunnen bijdragen. Inmiddels is dat ook al weer ruim 5 jaar voltooid verleden tijd. En nu, na de recente verkiezingen, vind ik het de hoogste tijd dat ik ook het bestuur van Water Natuurlijk regio De Stichtse Rijnlanden ga verlaten. Er is meer dan voldoende jong aanstormend talent beschikbaar om mijn plek op hun eigen wijze in te vullen. Hoewel ik even moet wennen aan de samenstelling van de nieuwe coalitie, heb ik er alle vertrouwen in dat ze de waterproblemen adequaat aanvliegt. Water is en blijft immers in al zijn aspecten boeiende en uitdagende materie: van te veel naar te vies, van te weinig naar onveilig, van afvalwater naar grondwater, voor boer én burger, voor plant én dier.