Navigatie overslaan

Bestuurlijke werkwijze

In september 2019 nam het algemeen bestuur een besluit over de bestuurlijke werkwijze. Toen werd de aanbeveling gedaan om een aparte werkgroep op te richten die zich verdiept in de verhoudingen tussen algemeen en dagelijks bestuur. In de commissie Financiën en beleidsuitvoering werd in november 2019 afgesproken om een werkgroep bestuurlijke verhoudingen te vormen. Deze werkgroep zou kijken naar de bevoegdheidsverdeling tussen algemeen bestuur (AB) en dagelijks bestuur (DB). Alsmede beoordelen hoe de informatievoorziening op dit moment is geregeld. Opdracht van de werkgroep was om met een initiatiefvoorstel te komen om het AB maximaal in positie te brengen om de controlerende, kaderstellende en volksvertegenwoordigende rol te vervullen.
Begin 2020 is de werkgroep gevormd, bestaande uit Freenk Ensink (CDA), Wim van de Griendt (Water Natuurlijk, voorzitter), Wieger Mulder (AWP), Peter Rijtema (VVD) en Paul Schnellen (Bedrijven).

In de periode van februari tot en met mei 2020 is de werkgroep een aantal keer bijeengekomen en is met ambtelijke ondersteuning gewerkt aan de totstandkoming van dit initiatiefvoorstel. In de gesprekken werd continu stilgestaan bij de behoefte van het algemeen bestuur. ‘Waarover’ wil het algemeen bestuur weten, ‘op welk moment’ (vooraf of achteraf) en ‘waarover wil het bestuur beslissen’? Hierbij is de huidige tijdsbesteding en vergaderfrequentie voor leden van het AB maatgevend geweest. Uitkomst van het gesprek in de werkgroep was dat de bestaande bevoegdheidsverdeling tussen AB en DB in orde was. Het algemeen bestuur wordt over het algemeen ook op een goede wijze door het dagelijks bestuur van informatie voorzien. Er is sprake van een open bestuurscultuur waarin de verhoudingen tussen algemeen en dagelijks bestuur goed zijn. Tegelijkertijd zijn ‘rendementen uit het verleden geen garantie voor de toekomst’. Om deze reden heeft de werkgroep de aanbeveling gedaan om in een gedragslijn/handreiking een aantal uitgangspunten vast te leggen over ‘wanneer’ en ‘hoe’ het algemeen bestuur van informatie wordt voorzien, zodat de wederzijdse verwachtingen helder zijn vastgelegd.

Op enkele specifieke punten is aangegeven dat de informatievoorziening en de rol van het Algemeen Bestuur wel versterkt moet worden. Belangrijk punt hierbij is ‘grote projecten’, gezien de risico’s en impact daarvan. Hiervoor worden ook nieuwe afspraken gemaakt die in een protocol ‘grote projecten’ worden vastgelegd. Voor bepaalde ‘grote projecten’ kan het AB dan bepalen dat zij zowel goedkeuring wil geven aan een voorbereidingskrediet, als aan het ‘gehele’ investeringskrediet. Het project wordt dan in fasen opgeknipt, zodat het AB nadrukkelijker betrokken is bij de mijlpalen in het project.

In aanvulling heeft de werkgroep ook aangegeven dat het AB te beperkt betrokken is bij het grondbeleid van het waterschap. De werkgroep stelde voor om het dagelijks bestuur te verzoeken de huidige nota ‘Grondbeleid Vechtstromen (2015)’ op korte termijn te evalueren. In de actualisatie die hierop volgt, vraagt de werkgroep onder meer aandacht voor de bevordering van biodiversiteit.
Ten slotte beval de werkgroep ook aan om de indicatoren bij de programmadoelen te verbeteren. Op dit moment ontbreekt het aan voldoende inzicht voor het algemeen bestuur om goed te kunnen bijsturen en controleren. In de werkgroep zijn suggesties voor mogelijke indicatoren besproken met de ambtelijke organisatie. Indicatoren die bijvoorbeeld meer langjarig inzicht geven, of een totaal overzicht in de status van objecten (alle rwzi’s, alle KRW-wateren). Bij elk groot beleidsdocument moeten nu nieuwe indicatoren worden vastgelegd, zodat deze later in de Planning & Control cyclus (begroting, voortgangsrapportage, jaarrekening) goed zijn te volgen.

Op 17 juni is het voorstel in de commissie Financien & Beleidsuitvoering besproken. Er was veel waardering voor het geleverde werk en vertrouwen in de aanbevelingen. Op 1 juli is het voorstel dan ook als hamerstuk aangenomen in het algemeen bestuur. Daarmee mondde een intensief traject uit in een succesvolle stap naar verdere ontwikkeling. Want de werkgroep blijft in het komende jaar beschikbaar als klankbord voor het dagelijks bestuur en de ambtelijke organisatie, voor de ontwikkeling van de handreiking, protocol en indicatoren. Als het goed is worden alle voorstellen in november van dit jaar ter vaststelling voorgelegd.

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring