Navigatie overslaan

Clusterbuien en onze regio…

We zien de beelden van de verwoestingen in Duitsland, België en Limburg nog voor ons. Het kolkende water, de verwoesting van huis en haard en de ontreddering bij velen. Dat roept natuurlijk de vraag op: kan dat ook bij ons gebeuren? We hebben daarover vragen gesteld aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden. Deze vragen en antwoorden kunt u hieronder teruglezen. En de boodschap is: ja, de clusterbuien kunnen hier ook optreden en de hoeveelheid regen is dan teveel voor onze gemalen om op te vangen zodat ons gebied onder water kan komen te staan. Gezien het beperkte hoogteverschil in ons gebied zal het water zich snel en geruisloos verspreiden over het gebied, in tegenstelling tot Limburg waar het water zich woest in de dalen stortte. Duidelijk is wel dat wij de wateropvangcapaciteit in ons gebied fors moeten vergroten, niet alleen door grote waterbergingsprojecten zoals bij de Eendragtspolder, maar zeker ook bij bedrijfsterreinen en particuliere tuinen. Want de vraag is niet zozeer of dit gaat gebeuren, maar eerder wanneer dit gaat gebeuren. Water Natuurlijk zet daarom waterbewustzijn bovenaan de agenda – zowel het waterbewustzijn van onze inwoners en wat zij kunnen bijdragen aan het opvangen van water, als ook hoe wij als HHSK kunnen zorgen voorbereid te zijn wanneer het gebeurt. Uiteraard geldt dit voor bedrijven en ondernemingen.

————————————

2021.07111

Aan de leden van de verenigde vergadering

Onderwerp Beantwoording vragen Water Natuurlijk over stresstesten Datum 24 augustus 2021

Geachte leden,

Recent heeft mevrouw Van Cappelle van uw bestuur namens de fractie Water Natuurlijk schriftelijke vragen gesteld over stresstesten. De vragen zijn gedateerd en per e-mail ontvangen op 27 juli 2021. U bent hierover dezelfde dag, eveneens per e-mail, geïnformeerd. Wij verzoeken u kennis te nemen van de antwoorden in de bijlage.

Hoogachtend,

Dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard, Secretaris-directeur, dijkgraaf,

M.J.H. van Kuijk drs. A.J.B. van der Klugt

BIJLAGE Beantwoording vragen

Mevrouw Van Cappelle heeft namens de fractie Water Natuurlijk het college van dijkgraaf en hoogheemraden vragen gesteld op grond van artikel 37 van het reglement van orde voor de verenigde vergadering. Hierna staan in cursief (ongewijzigd geciteerd) de inleiding en de vragen. Per vraag is het antwoord weergegeven. De oorspronkelijk ongenummerde vragen hebben we genummerd.

De afgelopen dagen heeft Nederland meegeleefd met de watersnood in ons land en België en Duitsland. De beelden van de verwoestende kracht van het water waren zeer ingrijpend. Voor onze regio zijn de gevolgen gelukkig uitgebleven, omdat de stroomgebieden het vele water hebben kunnen opvangen. Ook de recente beelden uit China, met de ondergelopen metro, laten zien dat clusterbuien dramatische gevolgen kunnen hebben.

1. Met welke neerslag hoeveelheden zijn de stresstesten in ons beheersgebied uitgevoerd? Bent u van mening dat, gezien de klimaatontwikkelingen, dit realistische hoeveelheden zijn?

De stresstesten worden op het niveau van individuele gemeenten en de provincie uitgevoerd. Ze geven voor verschillende thema’s (bijvoorbeeld droogte, bodemdaling, wateroverlast) een ruimtelijk beeld waar grofweg knelpunten ontstaan bij extreme omstandigheden.

De provincie Zuid-Holland heeft een stresstest laten uitvoeren voor wateroverlast bij een extreme bui. In dit geval is er een extreme bui van 100 millimeter in 2 uur boven de hele provincie losgelaten. Bij dergelijke hoeveelheden is het niet zozeer de vraag of, maar vooral waar wateroverlast zal optreden (zie voor resultaten: https://zuid-holland.klimaatatlas.net/ ). De methodiek kan per stresstest verschillen. De stresstest van de gemeente Zuidplas is bijvoorbeeld uitgevoerd voor een bui van 70 millimeter in 2 uur.

Voor inzicht in het functioneren van het watersysteem bij droge, natte en zeer natte omstandigheden zijn de watersysteemanalyses leidend. Deze voeren wij zelf uit. Hierin rekenen we met hydrologische gebeurtenissen die gebaseerd zijn op de neerslagstatistieken van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) . Een belangrijk verschil met de stresstesten is dat hierbij gerekend wordt met reeksen van verschillende buien en niet een enkele bui. Deze geven niet alleen inzicht geven waar wateroverlast optreedt, maar ook hoe vaak dat kan voorkomen. Hoe vaak er wateroverlast mag optreden in een gebied is afhankelijk van de functies binnen dit gebied. Hiervoor hanteren we door de provincie opgestelde normen. Op basis van deze normtoetsing wordt zo nodig het watersysteem aangepast om kansen op overlast te verkleinen. Daarbij kunt u bijvoorbeeld denken aan het aanpassen van watergangen, het vergroten van gemaalcapaciteit of het plaatsen van stuwen.

De neerslagstatistieken worden met enige regelmaat door nationale autoriteiten (zoals het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut) herijkt op basis van nationale en internationale klimaatinzichten. Deze inzichten wijzigen. Zo zijn de neerslag en verdamping over de periode 2010-2020 afwijkend ten opzichte van de periode 1906-2010. Door deze regelmatige en deskundige actualisatie zien wij dit als de geschikte informatie om ons watersysteem door te rekenen. Tegelijkertijd zijn we ons ervan bewust dat de normbuien waarmee gerekend wordt zeker niet de ernstigste gebeurtenissen zijn die kunnen plaatsvinden. De recente neerslag in Limburg, maar ook eerder dit jaar in de regio Alkmaar, waren zeer extreme situaties. Mocht de neerslag binnen ons gebied dezelfde omvang hebben, dan zal dat ook wateroverlast geven. Op dergelijke neerslaghoeveelheden zijn ons watersysteem en de openbare ruimte eenvoudigweg niet gedimensioneerd. Het type overlast en schade wordt in ons vlakke gebied wel meer ‘uitgesmeerd’ ten opzichte van het Limburgse heuvelland waar het water zich sterk concentreert in de lage beekdalen.

Voor meer uitleg over neerslagstatistiek verwijzen wij naar: https://www.knmi.nl/kennis-en- datacentrum/uitleg/neerslagstatistieken

2

2. Om een beeld te krijgen van de gevolgen van grote hoeveelheden neerslag willen wij graag weten wat de gevolgen zijn in ons gebied bij de volgende scenario’s:

  • – Langdurige regen, gevolgd door een clusterbui. Bijvoorbeeld gedurende 2 weken150mm en vervolgens in 48 uur nog eens 150mm.
  • – Bij een clusterbui waarbij geen waterafvoer kan plaatsvinden vanwege storm enopstuwend water vanuit zee

    De watersystemen binnen ons beheergebied zijn er op ingericht om ordegrootte 20 millimeter per dag af te kunnen voeren. Het afvoeren van 150 millimeter neerslag over twee weken is zodoende geen onoverkomelijk probleem. De bodem zal na zo’n periode verzadigd zijn waardoor de daaropvolgende clusterbui grotendeels in het watersysteem opgevangen zal moeten worden.

    Het tweede deel van de door u geschetste situatie (150 millimeter in 48 uur) heeft volgens de actuele inzichten een herhalingstijd van ordegrootte eens per 500 jaar. Onze watersystemen zijn niet ingericht op zulke zeldzame neerslaggebeurtenissen, en de riolering evenmin. Gevolg is dat dan wateroverlast zal optreden. Straten komen blank te staan, laaggelegen kelders en percelen kunnen overstromen en ook de waterstanden in onze sloten zullen stijgen. Riolen kunnen al dit water niet verwerken waardoor er ook op grote schaal sprake is van riooloverstorten. Wat er gebeurt, hangt sterk af van de exacte locatie van de neerslag: dit type zeer hevige neerslag heeft een lokale kern, en zal nooit gelijkmatig verspreid over ons gebied vallen.

    Zoals u schetst, kan hevige neerslag ook samenvallen met storm op zee. Er is een situatie denkbaar dat de Boerengatsluizen in Rotterdam tijdelijk gesloten zijn en gemaal Schilthuis niet kan lozen op de Nieuwe Maas. Voor onder meer die situatie is de waterberging Eendragtspolder aangelegd. In dat scenario zal die berging ook ingezet worden. Desondanks kan er ook dan overlast en schade optreden.

    Het is denkbaar dat de Algerakering bij Krimpen aan den IJssel sluit bij storm en het tegelijk hevig regent. Bij een langdurig gesloten stormvloedkering kan maar beperkt op de Hollandse IJssel geloosd worden in verband met veiligheid van de dijken. Afspraken hierover liggen vast in een waterakkoord tussen waterschappen en Rijkswaterstaat. Waterbeheerders zullen bij een langdurige gesloten stormvloedkering water naar andere systemen afvoeren, zoals de Lek in het geval van de Krimpenerwaard, en het Noordzeekanaal in het geval van Rijnland. Daarnaast zullen we peilstijgingen in de polders moeten accepteren. Ook voor deze situatie geldt dat overlast en schade niet geheel te vermijden zullen zijn, maar dat al ons handelen erop is gericht dat zo veel mogelijk te beperken.

3. Welke voorbereidingen heeft ons hoogheemraadschap getroffen om voorbereid te zijn op dergelijke scenario’s?

De voorbereiding op calamiteitensituaties is opgenomen in het handboek Crisisbeheersing. Onderdeel van dit handboek is het calamiteitenbestrijdingsplan (afgekort met de letters CBP) Regionale Watersystemen. Hierin staat specifiek omschreven hoe te handelen als er extreme hoeveelheden neerslag in ons beheersgebied worden verwacht of zijn gevallen.

Standaard wordt de weersverwachting inclusief neerslagverwachting vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week nauwlettend in de gaten gehouden. Afhankelijk van diverse factoren (periode van droge dagen, verzadiging grond, enzovoorts) wordt bepaald of er vooruitlopend op de neerslag maatregelen moeten worden getroffen. Hierbij valt te denken aan het tijdelijk lager zetten van het waterpeil in de sloten (het zogenaamde voormalen), of een extra schoonmaakronde van bepaalde watergangen om voldoende transportcapaciteit te hebben naar de gemalen. Daarnaast werken we aan het aanpassen van ons beheergebied aan extreem weer. Hierin werken we samen met gemeenten aan projecten om water zoveel als mogelijk te

3

kunnen bergen in de openbare ruimte, en stimuleren we initiatieven op eigen terrein.
4. Zijn wij, naar uw mening, voldoende voorbereid om een dergelijk noodweer het hoofd te

bieden? Zo nee, waar moeten we nadrukkelijker aandacht aan besteden?

Op neerslaghoeveelheden zoals recent in Limburg en de Ardennen is gevallen is het watersysteem van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, en evenmin de gemeentelijke hemelwaterriolering, niet berekend. Dit betekent dat ook binnen Schieland en de Krimpenerwaard wateroverlast en schade zal optreden als dergelijke hoeveelheden vallen. Dergelijke hoeveelheden in zo’n korte tijdspanne zijn echter uitzonderlijk, ook gegeven de actuele inzichten in klimaatscenario’s.

Onze voorbereiding is dan ook deels gericht op calamiteitenbestrijding, zoals al toegelicht in het vorige antwoord. De verwachting is dat er, gezien de toenemende extremen, meer aandacht zal komen voor elementen van deze bestrijding, zoals het beschikbaar hebben van voldoende tijdelijke pompunits om overmaat aan neerslag snel op de rivier te kunnen zetten. Dit is slechts een deel van de oplossing. Daarnaast blijft het nodig om voldoende bergend vermogen voor water in het gebied beschikbaar hebben en de openbare en private ruimte dusdanig in te richten dat bij ‘water op straat’ de hoeveelheid schade beperkt blijft.

5. Zijn er, naar aanleiding van de recente overstromingen, nog leerpunten voor onze organisatie?

Er zijn zeker leerpunten aanwezig. Voor een deel zijn deze direct te relateren aan inzet van mensen van het hoogheemraadschap in de recente crisis, bijvoorbeeld op het gebied van informatievoorziening. Deze worden opgehaald en zo nodig verwerkt in de calamiteitenbestrijdingsplannen. Het steeds vaker voorkomen van extreem weer is onderdeel van de klimaatscenario’s en neerslagstatistiek waarop wij onze watersystemen toetsen. Daarbij blijft gelden dat ook met die inzichten het watersysteem niet ingericht wordt op de zeldzame, zeer extreme situaties, en beperken van schade en overlast ten allen tijde aandacht blijft vragen.

4

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring