Spoedwet stikstof een gemiste kans?
De Spoedwet aanpak stikstof is er vooral op gericht om met een zeer beperkte reductie van de stikstofuitstoot ruimte te creëren voor bouwprojecten. De vermindering komt slechts voor 30% ten goede aan de natuur. De gezamenlijke natuur- en milieuorganisaties hebben de Kamer gewezen op de bezwaren, risico’s en juridische twijfels van deze wet. Dit blijkt ook uit het advies van de Raad van State.
Duidelijk is dat het kabinet de stikstofcrisis aangrijpt om de bescherming van kwetsbare natuurgebieden te verslechteren. Geheel onnodig voor het terugdringen van de stikstofuitstoot versoepelt de spoedwet de vergunningplicht voor schadelijke activiteiten in en bij onze belangrijkste natuurgebieden: de Natura 2000-gebieden.
Op dit moment geldt er een vergunningplicht voor projecten met ‘mogelijk significante effecten’ én voor andere handelingen die kunnen leiden tot verslechtering van de natuur in Natura 2000-gebieden. Is er een significant negatief effect, dan is het alleen bij grote uitzondering mogelijk om een vergunning te krijgen. Bijvoorbeeld als de veiligheid in het geding is. Logisch, want het gaat om de bescherming van de meest unieke natuur.
Maar ook als er minder dramatisch negatieve effecten verwacht worden, moet er kritisch door de provincie beoordeeld worden of een activiteit door kan gaan. Dat laatste dreigt nu te vervallen. Daarmee staat de weg open voor allerlei activiteiten met kleinere schadelijke effecten die elk op zich misschien niet de genadeklap voor een gebied of een soort betekenen, maar die dat gezamenlijk wel kunnen zijn. Met deze maatregel wordt het stikstofprobleem niet opgelost.
Nog bezwaarlijker is het voorstel in de spoedwet om een drempelwaarde voor stikstofuitstoot in te stellen. Dat betekent dat als de stikstofuitstoot beneden een bepaalde hoeveelheid blijft, er gebouwd kan worden of een andere activiteit kan worden uitgevoerd. Het kabinet wil pas in de toekomst komen met nieuwe maatregelen om de stikstofuitstoot terug te brengen en maatregelen voor natuurherstel. Dat is nu precies waarom het onder de door de Raad van State naar de prullenmand verwezen PAS misging. Wel extra stikstof uitstoten, maar niet terugdringen.
Op 20 november hebben vijf Utrechtse natuurorganisaties (Utrechts Landschap, de Natuur en Milieufederatie Utrecht, Natuurmonumenten, Landschap Erfgoed Utrecht en IVN) een Actieplan Stikstof aangeboden aan Provinciale Staten van de provincie Utrecht. Zij geven aan hoe de stikstofcrisis een kans biedt voor een goed toekomstperspectief voor boeren, natuur en gezondheid. Daarvoor is het nodig in te zetten op natuurinclusieve landbouw en het sluiten van kringlopen. Deze beweging kan worden versneld door acties gericht op stikstof gebiedsgericht te koppelen aan andere doelen en budgetten, zoals voor klimaat en het beperken van bodemdaling. Ook voor de bouw en mobiliteit worden aanbevelingen gedaan.
Ook Geldersch Landschap & Kasteelen (GLK) onderschrijft de conclusie van de Commissie Remkes, dat Nederland zo snel mogelijk “drastische maatregelen moet nemen om de uitstoot van stikstof terug te dringen en om de natuur te herstellen”. GLK vindt het belangrijk om nu de daad bij het woord te voegen. Het stikstofvraagstuk, de teloorgang van het landschap, de landbouwtransitie, het biodiversiteitsherstel en de klimaatverandering vragen om een samenhangende kijk op de toekomst, zeker in het landelijk gebied. Grondruil, saldering en warme sanering zijn daarbij onmisbaar.
GLK wil in de gebieden onder haar beheer aan de slag, samen met alle betrokkenen. In het belang van een gezonde leefomgeving én de natuur. De gesprekken hierover, o.a. met de landbouw, moeten aan de keukentafel worden gevoerd. Wat voorkómen moet worden is polarisatie in het landelijk gebied.