Tweede Kamer wil einde vuilstort uiterwaarden
In heel Europa is het verboden, maar de Nederlandse wetgeving staat het storten van ‘licht verontreinigde grond’ in voormalige zandwinplassen toe. In zeker 60 Nederlandse natuurplassen waar zand gewonnen is, is de afgelopen tien jaar minstens 100 miljoen kubieke meter vervuilde grond en bagger gestort. Plastic, sloopmateriaal en accu’s zaten in bagger die vrijkwam bij bodemsaneringen en bouwwerkzaamheden in binnen- en buitenland.
Staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) liet eerder weten dat het op dit moment niet mogelijk is om te stoppen met het storten van bagger in natuurplassen in Nederland. “Een lopend project dat aan alle wettelijke eisen voldoet kan niet zonder reden door een bevoegd gezag worden stopgezet.” Daarmee legt ze de oproep van ecoloog Piet-Jan Westendorp in ZEMBLA naast zich neer.
In de uitzending ‘Gokken met bagger’ zei ecoloog Westendorp: “Als er gesteld wordt dat verondiepen (ophogen van plassen met licht vervuilde grond en bagger, red.) per definitie goed is voor de natuur, dan durven wij nu al te stellen dat dat niet zo is.” Westendorp doet in opdracht van het ministerie van IenW onderzoek naar verondieping. Hij adviseert de staatssecretaris in ZEMBLA om direct te stoppen met het storten van bagger in natuurplassen, totdat de resultaten van zijn onderzoek (in 2021) bekend zijn.
Gelukkig heeft de Tweede Kamer op 29 oktober tijdens het debat over de begroting van IenW in meerderheid ingestemd met een motie waarin de regering wordt gevraagd stappen te zetten ter aanscherping van wet- en regelgeving bij het lozen van vervuilde grond in plassen. Ook moet de regering in gesprek met provincies, waterschappen en gemeenten over het intensiveren van de handhaving. Water Natuurlijk hoopt dat het kabinet nu wel durft door te pakken