Kennisimpuls waterkwaliteit - Europese doelen vergen extra impuls waterkwaliteit
De stikstofbelasting in Nederlandse oppervlaktewateren is groot, en in tegenstelling tot die van het land onderbelicht. De doelen van de KRW worden in 2027 niet gehaald als de belasting niet fors wordt gereduceerd. Dat is de conclusie van een onderzoek dat is uitgevoerd in het kader van de Kennisimpuls Waterkwaliteit.
Regionale bronnenanalyses geven een gedetailleerd beeld van de herkomst van stikstof in het oppervlaktewater. Het grootste deel blijkt afkomstig uit landbouwkundige activiteiten. Hoewel het aandeel van de landbouw gemiddeld 66 % is, varieert dit erg per regio: tussen de 46 – 86 %. Verreweg de grootste post voor de huidige stikstofbelasting van het oppervlaktewater is de huidige bemesting. Andere bronnen, zoals rioolwaterzuivering en aanvoer vanuit het buitenland, leveren slechts een kleine bijdrage.
Een groot deel van de stikstofbelasting bestaat uit nitraat, wat zeer mobiel is en eenvoudig kan uitspoelen naar het grond- en oppervlaktewater. Tijdens dit transport kan nitraat worden opgenomen en omgezet in diverse verbindingen. Eén van de belangrijkste omzettingen hierbij is denitrificatie. Hierbij wordt nitraat omgezet in stikstofgas (N2), dat vervolgens naar de atmosfeer ontsnapt en dus uit het watersysteem verdwijnt. In de meeste Nederlandse stroomgebieden zal denitrificatie de grootste bijdrage leveren aan verwijdering van stikstof. Dat klinkt positief, omdat de stikstofconcentraties in het oppervlaktewater hierdoor dalen. Maar denitrificatie heeft ook een keerzijde: het vormt bijproducten als bicarbonaat en sulfaat, wat eveneens schadelijk kan zijn voor de waternatuur.
Een overmaat aan stikstof leidt tot een cascade van effecten op het ecologisch functioneren en de soortenrijkdom van Nederlandse oppervlaktewateren. Ten eerste kan een toegenomen stikstofbelasting de groei van algen stimuleren, waardoor eutrofiering optreedt. Ten tweede kan te veel stikstof ook een disbalans veroorzaken tussen de hoeveelheden van verschillende nutriënten en mineralen in algen en waterplanten. Hierdoor kan de voedingswaarde veranderen, wat negatieve gevolgen heeft voor de rest van het voedselweb. Bovendien kunnen bepaalde giftige stikstofhoudende verbindingen (zoals NO2, NH4+) hoge concentraties bereiken, met grootschalige sterfte van planten en dieren als gevolg. Ten derde kan te veel stikstof ook de beschikbaarheid van koolstof, sulfaat en fosfaat verhogen, wat de eutrofiering versterkt.
De voorgestelde drempelwaarden voor ecologische effecten van stikstof worden in vrijwel alle KRW-waterlichamen in Nederland (sterk) overschreden. Ook de huidige atmosferische stikstofdepositie op de aquatische Natura2000-habitattypen wordt overschreden.