Navigatie overslaan

Biologische boeren betalen het gelag

Water Natuurlijk wil geen bestrijdingsmiddelen in het water. Toch zitten ze erin en in schrikbarende hoeveelheden.

Ze hebben een verwoestende werking op het waterleven en de waterkwaliteit. Drastische maatregelen zijn nodig, maar het waterschap en de andere overheden laten het afweten.

Een analyse van de meetgegevens bracht aan het licht dat het probleem op de eilanden Goeree Overflakkee, Hoeksche Waard en Voorne Putten het grootst is. Daar zitten respectievelijk 121, 107 en 83 werkzame stoffen van bestrijdingsmiddelen in het polderwater. Biologische boeren hebben part noch deel aan dit probleem. Zij gebruiken geen chemische bestrijdingsmiddelen bij de teelt van hun gewassen. Als verantwoordelijke voor de waterkwaliteit, zou het waterschap Hollandse Delta teelten zonder bestrijdingsmiddelen moeten ondersteunen en stimuleren. Helaas gebeurt dat niet.

Emissie coaches

Het waterschap steekt belastinggeld in een project met emissie coaches. Zij adviseren boeren hoe ze minder bestrijdingsmiddelen in het water kunnen lozen. Inmiddels zijn zo’n 110 agrariërs bezocht en de conclusie is dat met zorgvuldiger werken winst voor waterkwaliteit is te behalen. Een treurige constatering. Vanuit de industriële landbouw wordt door onzorgvuldigheid onze leefomgeving ernstig aangetast. En dat terwijl zorgvuldig handelen met deze gifstoffen al meer dan 60 jaar een wettelijk verplichting is. Het is dus gewoon strafbaar.

In het verlengde van het project met emissie coaches onderzoekt de provincie Zuid-Holland of er gezamenlijke spoelplekken kunnen komen. Daar kunnen spuitmachines worden schoongemaakt waarbij het spoelwater met restanten van bestrijdingsmiddelen wordt opgevangen. Nu komt dat in de sloot terecht. Dat vraagt forse investeringen. Elders in het land zijn zulke spoelplekken al aangelegd, voor een belangrijk deel met belastinggeld. Daar gaat de overheid op de stoel van een bedrijf zitten. En ook het principe ‘de vervuiler betaalt’ is ver te zoeken.

Artikel 2a van de Wet Gewasbeschermingsmiddelen en biociden  schrijft voor dat degene die met bestrijdingsmiddelen werkt, moet voorkomen dat deze in het water terecht komen. Als daar een spoelplek voor nodig is, dan kan een bedrijf daar voor kiezen of stoppen met het gebruik van die middelen. Het gaat in veel gevallen om een economisch misdrijf met zware maximum straffen. Het ligt op de weg van de overheid om met handhaving naleving van de wet af te dwingen. Ook de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit constateert een laag nalevingspercentage van wetgeving voor de toepassing van bestrijdingsmiddelen. 

Biologische boeren benadeeld

Nu de overheden er voor kiezen om niet de wet te handhaven, maar in plaats daarvan zelf aan de slag te gaan met coaches en spoelplekken, verschuift de rekening. Niet de vervuiler, maar de burgers en ook de biologische boeren gaan betalen via de belastingen. En er is nog een effect waardoor biologische boeren benadeeld worden. Door deze besteding van belastinggeld worden de producten van de industriële landbouw kunstmatig laag gehouden. De noodzakelijke investeringen zouden gewoon in deze producten doorberekend moeten worden; ze zouden dus duurder moeten zijn. Producten die zonder chemische bestrijdingsmiddelen worden geteeld, blijven nu verhoudingsgewijs duur en dat is werkt niet positief voor de afzetmarkt van biologische boeren. Het riekt naar concurrentievervalsing.

Water Natuurlijk juicht maatregelen voor schoon en gezond water toe, maar afbouwen en zoveel mogelijk uitbannen van chemische bestrijdingsmiddelen is dan een betere weg.

 

Joost Kievit Msc

Vriend worden!

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring