Net als ik keken al mijn voorouders uit op de Dom. Utrecht, het gebied van HDSR en de liefde voor de natuur zitten dan ook in mijn genen. Al mijn voorouders waren boer in dit gebied. In mijn generatie heb ik nog 1 neef die een duurzame boer is op een landgoed. Als historica heb ik een volstrekt uit de hand gelopen onderzoek gedaan naar leven en werken van al deze voorouders. Zo heb ik tal van pachtcontracten, boedelscheidingen en testamenten gelezen waaruit een beeld oprijst van gelovige agrarische ondernemers die honderden jaren lang natuur, landbouw, het verdienen van een goede boterham en hun eigen onafhankelijkheid in balans wisten te houden door te innoveren, te vernieuwen en te veranderen. Dat kon ook omdat het gemengde boerenbedrijven waren met een paar koeien, varkens, kippen en eenden (ga eens kijken naar zo’n historische eendenkooi, dat bloeit en zoemt!) en verder peulvruchten, granen, groente, fruit- en notenbomen. Pas in de 2e helft van de 19e eeuw gingen boerenbedrijven zich specialiseren en kwamen er monoculturen en kunstmest op.
Mijn ouders stopten als boeren al in 1955 nog in een tijd zonder ruilverkaveling mechanisatie en industrialisatie. Een paar jaar later volgden al mijn ooms en tantes. Door logeerpartijen en wandelingen met mijn vader door polders nog met hoog waterpeil en voor de ruilverkaveling, is de liefde voor de natuur mij met de paplepel ingegoten. Juist omdat ik het karakter van die prachtige boerenbuurten met zingende weidevogels in mijn omgeving wil behouden, probeer ik vanuit het waterschap te werken aan verduurzaming en vergroening van het platteland met herstel van de biodiversiteit.
De oplossing van de biodiversiteitscrisis zou hand in hand moeten gaan met het tegengaan van de klimaatverandering. Niet alleen omdat wij als mensen in deze Europese Delta willen blijven leven en werken. Maar ook voor de zingeving van ons bestaan. Zoals ik ooit tussen de koeien leerde luisteren naar kievieten en grutto’s of de schoonheid leerde zien van bloeiende fruitbomen en kruidenrijk grasland.