Waterkwaliteit: kabinet riskeert problemen EU
Al jaren is het halen van een goede waterkwaliteit voor Nederland een uitdaging. De nitraatvervuiling van ons grond- en oppervlaktewater is daarvan een treffend voorbeeld. Voorlopig blijven een goede waterkwaliteit helaas nog ver buiten bereik. De Commissie voor de milieueffectrapportage heeft het concept beoordeeld van het nieuwe Zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn. Helaas gaat dit ons weinig gaat helpen. Daarmee neemt het kabinet welbewust het risico dat de Europese Commissie Nederland in gebreke kan gaan stellen.
De Europese Nitraatrichtlijn heeft als doel de waterkwaliteit te beschermen en te verbeteren door te voorkomen dat mest- en meststoffengebruik het grond- en oppervlaktewater verontreinigen en door goede landbouwpraktijken te stimuleren. Om aan de doelstellingen van deze richtlijnen te voldoen, wordt iedere vier jaar een actieprogramma opgesteld dat het rijksbeleid omvat om de nitraatvervuiling terug te dringen.
Het Milieueffectrapport laat zien dat dit actieprogramma evenmin als de eerdere actieprogramma’s leidt tot het op tijd halen van de Europese milieudoelen. De consequentie daarvan is dat drinkwater voor mens en vee, zwem- en recreatiewater, een gezonde bodem en een goed ontwikkeld waterecosysteem voor de lange termijn niet geborgd kunnen worden.
In vorige adviezen over de voorgaande actieplannen heeft de Commissie voor de milieueffectrapportage benadrukt dat een integrale aanpak essentieel is, zowel voor het behalen van de doelen als om duidelijkheid te bieden aan de landbouwsector. Daarnaast constateerde zij dat er een grote stapeling van regels en voorschriften is, wat het beleid complex en ondoorzichtig maakt. Ondanks de stapeling van regels ontbreekt inzicht in maatregelen waarmee de doelen wél gehaald kunnen worden en wat gedaan wordt bij tegenvallende resultaten.
De afgelopen jaren is volgens het MER onvoldoende vooruitgang geboekt en is de kwaliteit in sommige type gebieden zelfs verslechterd. Dit wordt volgens het MER mede veroorzaakt door twee jaren met droogte. Maar ook vóór deze periode was de daling in nitraatgehalten niet zodanig dat de doelstellingen gehaald zouden gaan worden. Bovendien zullen dergelijke periodes van droogte in de toekomst steeds vaker voorkomen en kunnen de effecten daarvan verhevigen, onder andere door beperkingen aan beregening. De Commissie constateert daarmee dat de eerdere adviezen nog steeds van toepassing zijn op (het MER voor) dit ontwerp zevende actieprogramma. Behalve de door het MER beschreven negatieve ontwikkelingen van de afgelopen jaren, ziet de Commissie daarbovenop nog verschillende ontwikkelingen op de langere en de (zeer) korte termijn die invloed hebben op de doelen van het programma, zoals de klimaatveranderingen, de wens voor een meer integrale aanpak in de Omgevingswet, mogelijke aanpassingen in mest- en stikstofbeleid en de afstemming met andere maatregelen voor waterkwaliteit en natuurverbetering.
De Commissie concludeert uit het MER ten onrechte geen reëel alternatief bevat waarmee het gewenste doelbereik wel kan worden gerealiseerd.
De Commissie heeft zoals gezegd een ontwerp van het zevende actieprogramma beoordeeld. Op verzoek van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) gekeken naar de wijzigingen die later zijn aangebracht in dit concept van het Zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn. zijn de wijzigingen beperkt, en valt er door de vele wijzigingen samen geen oordeel te vellen over de totale effectiviteit.