De omgevingswet - “Zet de bril van een ander op en werk samen”
“Als een waterschap zich alleen richt op de kerntaken, dan nodig je de organisatie niet uit het blikveld te verruimen.” Hennie Roorda, heemraad en bestuurder van Waterschap Rivierenland adviseert haar collega’s daarom vooral het standpunt van een ander in te nemen. “Zet de bril van de gemeente of de burger op. Dan zie je dingen die je anders niet had gezien. En vraag voor je aan de slag gaat wat de behoefte van de ander is. Als je dat doet kom je vaak tot mooiere kansen.”
Vooruitlopen op de Omgevingswet
Waterschap Rivierenland anticipeert al een tijd op de veranderingen die de Omgevingswet gaat brengen, vertelt ze. “We zijn een projectgroep gestart waarin we al verkennende gesprekken voeren over de implicaties van de Omgevingswet. Maar eigenlijk zit anders werken al in onze genen. Zo is er iemand aangewezen die namens de drie Gelderse waterschappen de water- paragraaf heeft geschreven in de omgevingsvisie van de provincie Gelderland. Daardoor kan je direct bij het opstellen van zo’n integrale visie alle waterbelangen meenemen.”
Hennie merkt dat ze als bestuurder een belangrijke rol speelt bij het geven van het goede voorbeeld. Toch was het ook een tendens vanuit de organisatie om het zo eenvoudig mogelijk te maken voor burgers, vertelt ze. “Dat we meer van vergunningen naar algemene regels gaan, hebben we een tijd geleden al ingezet. Alles wat we af kunnen doen met een melding gebeurt al. Ook hebben we als waterschappen met elkaar afgesproken dat we het liefst zoveel mogelijk met een uniforme set van regels willen werken, de zogenoemde voorbeeldkeur die alle waterschappen gebruiken. Dat maakt het nu eigenlijk al eenvoudig beter.”
Risico’s beter inschatten
De watertoets noemt Hennie nog als een gevoelig punt van de Omgevingswet voor het functioneren van de waterschappen. De watertoets wordt gemoderniseerd opgenomen waarbij de overlegverplichting komt te vervallen en de motiveringsverplichting iets wordt uitgebreid, legt ze uit. “Dat vinden wij als waterschappen een gemiste kans omdat overleggen met het waterschap cruciaal is en blijft. Zeker als je bedenkt dat er in het beleid steeds meer uitgegaan wordt van de meerlaagse veiligheid. Bij deze benadering wordt namelijk niet alleen gekeken hoe een dijkdoorbraak kan worden voorkomen, maar houdt men ook rekening met het feit dat het achter de dijk mis kan gaan. Met deze nieuwe veiligheidsbenadering, is de ruimtelijke inrichting achter de dijk en de vraag of dit gebied waterbestendig is ingericht, natuurlijk nog belangrijker. Met een watertoets zorg je daar voor en kun je voorafgaand aan plannen al bepalen wat er nodig is. Daarmee houd je concreet rekening met de risico’s die water met zich meebrengt en voorkom je ook veel ellende en kosten achteraf.”
Integraal werken
Hennie is heel stellig over de toegevoegde waarde van integraal werken. Betrek burgers van meet af aan bij dijkverzwaringsprojecten en je zult zien dat je amper bezwaren krijgt, is haar overtuiging. “We streven ernaar om bij het realiseren van onze projecten en werkzaamheden de verschillende doelstellingen van diverse actoren met elkaar te combineren. In het westen van ons gebied hebben we deze zomer te maken gehad met grote kluster- buien, die in een aantal dorpen voor overlast hebben gezorgd, maar ook aanzienlijke schade aan gewassen tot gevolg hadden. In dit gebied kijken we nu als waterschap samen met gemeenten, burgers en agrariërs, hoe we dit kwetsbare gebied klimaatbestendig kunnen maken. Dat kan bijvoorbeeld door als waterschap nog eens goed naar het functioneren van het watersysteem te kijken, agariërs aan de slag te laten gaan met waterberging en goed bodembeheer en door samen met burgers en gemeenten verstening in het bebouwde gebied tegen te gaan.”
Samenwerken en besparen
Voor Hennie is samenwerking dé manier om ervoor te zorgen dat het waterschap samen met gemeenten ‘overheid’ kan zijn. “We maken samen waterplannen en wij zijn als waterschap vaak verantwoordelijk voor het stedelijk waterbeheer. Medewerkers van het waterschap zijn gedetacheerd bij gemeenten om de waterplannen te helpen opstellen. Vice versa komen steeds meer gemeenteambtenaren bij waterschappen om kennis uit te wisselen.” Daarnaast werkt het waterschap ook op veel andere gebieden samen. “Baggeren kun je bijvoorbeeld samen aanbesteden waardoor het voor deelnemende partijen veel goedkoper wordt. Ook levert de samen- werking in de afvalwaterketen de nodige besparingen op. Door bijvoorbeeld het beheer en onderhoud samen te doen en investeringen op elkaar af te stemmen. Samenwerking is lonend, concludeert de heemraad die nog veel meer voorbeelden noemt zoals het automatiseren van rioolgemalen, waarmee niet alleen veel geld bespaard wordt, maar ook een energiebesparing van 20 procent. Het uitwisselen van specifieke kennis en expertise is ook een terrein waar veel samenwerkingswinst te boeken is.”
“We benaderen rioolwater niet meer als afvalwater, maar als bron van energie en grondstoffen”
Anders werken en innovaties stimuleren
Het kijken door een ‘andere bril’ zorgt er bijvoorbeeld ook voor dat het waterschap heel anders omgaat met de zuivering van rioolwater. “We benaderen rioolwater niet meer als afvalwater, maar als bron van energie en grondstoffen. Deze andere benadering vraagt vaak ook een andere rol van het waterschap, meer extern georiënteerd en omgevingsbewust. Want de mooiste kansen in de afvalwaterketen doen zich juist voor in de omgeving. Dat zorgt voor hele andere samenwerkingsverbanden dan we tot nu toe hadden en dat vraagt ook weer een andere houding en werkwijze van onze medewerkers. Daar zijn innovaties voor nodig. Technische maar ook sociale. En vanuit deze innovatieve omgevingsbewuste benadering willen we komende jaren onze bijdrage leveren aan een klimaatbestendig, waterproof en duurzaam Nederland.”