Arnhem over een eeuw - een toekomstvisie
Na de kaart van het groene Nederland van 2120 schetsen Wageningse wetenschappers nu ook hoe de stad van 2120 eruitziet – met Arnhem als concreet voorbeeld.
Drijvende, houten woontorens, ventilatiecorridors die de binnenstad een verkoelende bries bezorgen, energie uit waterkracht via een stelsel van ondergrondse buizen en meertjes op de Veluwe: de Wageningse visie op het Arnhem van de 22e eeuw bevat allerlei voorzieningen die tot de verbeelding spreken. ‘Doemscenario’s over de toekomst zijn er al ruimschoots. Deze verkenning laat zien dat een rooskleurig toekomstbeeld óók haalbaar is, mits Nederland er tijdig op voorsorteert. Als we willen, kunnen we over vijftig jaar al een heel eind op weg zijn naar een toekomstbeeld zoals dit. Maar dan moeten bestuurders en beleidsmakers wel vlot in actie komen, en niet eerst nog jarenlang afwachten.’
Dat juist Arnhem de plaats van handeling is van de urbane toekomstvisie, is geen toeval. De stad ligt op het snijpunt van twee belangrijke Nederlandse landschapstypen: het rivierengebied en de hogere zandgronden. Het onderliggende idee is dat het natuurlijke systeem leidend is, en dat we de keuzes voor de stedelijke ontwikkeling daarop enten. Als de natuurlijke context vergelijkbaar is, zijn dezelfde principes toepasbaar op andere locaties. De visie biedt daardoor aanknopingspunten voor zowel de laaggelegen steden in onder andere de Randstad, als voor hoog en droog gelegen steden zoals Nijmegen en Apeldoorn.
Zowel de rivier als het reliëf rond de stad zijn leidend voor het toekomstbeeld van Arnhem. Beeld WUR.