Een niet geautoriseerde column voor Rijnland.
De titel van de column had ik al een poosje in gedachten na de discussie op de sociale app van Rijnland over de uitwerpselen van ganzen en de bijdrage daarvan aan de hoeveelheid stikstof. Vandaag is het 2 februari, het is licht vriezend weer en de zon schijnt, een mooie middag voor een fietstocht door de polders. We fietsen door het aanpalende waterschap Amstel en Vecht, om precies te zijn over de Nesserlaan. In de weilanden grazen de ganzen en een vlucht van pakweg 60 vogels kruist boven de weg. Ik voel twee keer een flap op mijn jas en ja hoor, getroffen door ganzenpoep. Dit is het teken van hogerhand om vandaag nog de column te gaan schrijven.
Maar ter zake. Als ik een gans zou zijn, dan wist ik het wel. Overwinteren in Nederland is de beste keuze die je kunt maken. Het gras is er groener, het klimaat wordt steeds zachter en de natuurlijke vijanden zijn er nauwelijks, op een verdwaalde vos na dan. Een oase van mals Engels raaigras, sappig en voedzaam. De kwaliteit van de weiden in Nederland is ongekend hoog. Het gras wordt goed verzorgd en vakkundig bijgemest. Generaties lang hebben de Nederlandse landbouwers gewerkt om efficiënt te werken en kwalitatief hoogwaardige producten te leveren. Hoe dat zo gekomen is wordt overigens uitstekend beschreven in “De graanrepubliek” een boek van Frank Westerman, weliswaar uit 1999, maar uiterst informatief om de Nederlandse situatie te begrijpen.
Of je nu linksom of rechtsom redeneert, de hoeveelheid stikstof in Nederland moet terug. De stoïcijnen leerden ons al dat je op sommige dingen invloed hebt en dat je je over andere zaken waar je geen invloed op hebt, vooral niet druk moet maken. Die ganzen dus. Ze komen op Luilekkerland af en bovendien compenseren we ook nog de eigenaren van de graslanden voor de aangerichte schade. Dan kunnen we voor het terugdringen van de stikstof dus alleen aan de knoppen “Industrie” en de “Agrarisch” draaien.
Maar dan staat onmiddellijk de prijs van de producten onder druk en zegt collega bij Rijnland Henk van Egmond, veehouder te Nieuwkoop: ”dan moeten ze dat er wel voor gaan betalen”. Bekneld tussen Campina en LIDL/AH snap ik die opmerking heel goed. Aan de andere kant, ondernemen is altijd wedijveren met je concullega’s en uiteindelijk vallen degenen die zich niet kunnen aanpassen af. Vroeger had je op ons dorp op elke hoek een kruidenier en achter elk huis in de lintbebouwing een kwekerij. Ja vroeger, schaalvergroting meneer.
“Dan moet het wel betaalbaar blijven” is dan de Pavlov-reactie vanuit de maatschappij. Maar besef dat de regels die we moeten naleven gemaakt zijn om een gezondere leefomgeving te maken. We hebben het namelijk nog nooit zo goed gehad. Ten eerste valt het met de verhoging van consumentenprijzen best mee. In 1970 betaalden we ongeveer 14% van ons inkomen aan voedsel, nu is dat gedaald naar 9,5%. Ten tweede, we kopen daar een stuk gezondheid mee. De levensverwachting is in de westerse wereld en in Nederland in het bijzonder sindsdien gestegen van 73,6 jaar naar 81,6 jaar. We betalen door efficiëntie en door die onvermijdelijke globalisering, minder voor voedsel en we leven er nog langer door ook. Wees dus blij met de trend dat onze omgeving steeds schoner wordt, dat we langer leven en dat we er minder voor hoeven te betalen.
Bijna overal is het schoner geworden, behalve op de Nesserlaan dan.
Kees Buskermolen
Wil je reageren, eens of niet eens, mail me op: k.buskermolen@vv.rijnland.net