Waterkwaliteit onder druk
Nederland dreigt de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) niet te halen voor de deadline in 2027. Op dit moment legt de politiek hierbij vooral de focus op het risico van juridische procedures. Dit terwijl de verstrekkende gevolgen van een verslechterende waterkwaliteit voor mens en natuur, de drinkwatervoorziening, de landbouw en de economie zichtbaar worden. Van der Sande: “Waterschappen nemen al veel maatregelen voor gezonder oppervlaktewater en investeren miljarden in betere zuiveringstechnieken. Maar schoon en gezond water vraagt om meer actie. En niet alleen door de waterschappen. Het is belangrijk dat het kabinet het landbouwbeleid KRW-proof maakt en dat we nu echt werk maken van bronaanpak, met een strenger toelatingsbeleid voor stoffen. Zodat we komende generaties niet belasten met de problemen van gisteren en vandaag. In de plannen die nu gepresenteerd worden, ontbreken concrete maatregelen om die uitdagingen het hoofd te bieden. Met daadkrachtig en gezamenlijk optreden kan dit kabinet laten zien de toekomst van Nederland Waterland serieus te nemen.”
Water en bodem moet sturend blijven in de ruimtelijke ontwikkeling
De druk op de ruimte is door onder meer woningbouw, de energietransitie, natuur en landbouw groot. Er zijn dan ook ingrijpende keuzes nodig in de ruimtelijke inrichting van Nederland, om hier in de toekomst ook nog fijn kunnen wonen, werken en recreëren. De waterschappen vinden dan ook dat het water- en bodemsysteem leidend moeten zijn bij ruimtelijke ordening. Dit betekent volgens de waterschappen niet alleen aanpassen aan extremer weer, maar ook dat water en bodem leidend zijn bij fundamentele keuzes zoals locaties voor woningbouw en welk grondgebruik waar mogelijk is. Van der Sande: “Als we daar nu niet de juiste keuzes in maken, zadelen we toekomstige generaties op met schade en overlast. Elke euro die we daar nu in investeren verdienen we de komende jaren dubbel en dwars terug. Nog te vaak zien we dat het belang van water en bodem worden vergeten als plannen concreter worden voor de ruimtelijke inrichting. De korte termijnbelangen worden vaak beter meegewogen dan de lange termijnbelangen. Om te zorgen dat we toekomstige generaties niet opzadelen met de problemen van nu, is wettelijke borging en beleidsmatige verankering nodig van het principe van water en bodem sturend. Want water houdt geen rekening met ons, wij moeten rekening houden met water. “
Investeren in veilige dijken is hard nodig
We krijgen vaker te maken met extremer weer. Door onder andere versterking van onze dijken binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma bereiden de waterschappen en het rijk Nederland zich hierop voor. Het vraagt om blijvende aandacht, zeker omdat de kosten voor de uitvoering van deze grote projecten in heel Nederland stijgen. Dit najaar moeten de waterschappen en het rijk een belangrijk besluit nemen over de financiering van dijkversterkingen die volgend jaar moeten worden opgestart en de periode 2030 – 2036 in uitvoering gaan. Hiervoor is op korte termijn (tot 2036) € 1,25 miljard extra geld nodig van de waterschappen en € 1,25 miljard van het rijk. Bij alle waterschapsbesturen loopt op dit moment besluitvorming voor deze extra investering. De extra bijdrage van het rijk is nog niet terug te vinden in het Regeerprogramma en Prinsjesdagstukken. De waterschappen gaan er vanuit dat het kabinet het bedrag wel in zijn begroting meeneemt. Het is namelijk een nationale noodzaak. Daarnaast zijn het rijk en de waterschappen ook in gesprek over de toekomstige financiering vanaf 2037 en de herijking van de afspraken over het HWBP tot en met 2050. Van der Sande “Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid die vraagt om solidariteit en doorzettingsvermogen van alle betrokken partijen. We moeten het samen dragen.”