Navigatie overslaan

Experimenteren met hoog water in het veenweidegebied

Samen met andere leden van het Algemeen en Dagelijks Bestuur brachten Els Otterman, Martin Jansen en Gerda Oskam een werkbezoek aan het Veenweide Innovatie Centrum in Zegveld en een agrariër in Spengen. Bij die laatste bleek dat door de pilot om de grondwaterstand te verhogen, een hoopvolle halvering van de bodemdaling na 8 jaar kon worden geconstateerd en er meer weidevogels waren!

Vanwege de bodemdaling en vooral de CO2 uitstoot die daaruit voortvloeit, is het veenweidegebed (bij De Stichtse Rijnlanden) ruwweg vanaf de lijn Harmelen naar het westen, van groot belang. In ons coalitieakkoord en het waterbeheerprogamma hebben we afgesproken de bodemdaling in 2030 met 50 procent is vertraagd.  Dat zou moeten leiden tot een vermindering van de CO2 uitstoot van 0,7 megaton. Op wereldschaal niet veel maar in het gebied van De Stichtse Rijnlanden een behoorlijke opgave! Daarnaast is een betere waterkwaliteit en een toename van de biodiversiteit, van groot belang voor de maatregelen in het veenweidegebied. 

Om deze doestellingen te bereiken is een hogere (grond)waterstand noodzakelijk, maar maar dat gaat ten koste van het bedrijfsrendement van de agrariër. Bij het Veenweiden Innovatie Centrum (VIC) in Woerdense Verlaat werd het Algemeen Bestuur geïnformeerd over  tal experimenten met natte teelten waaruit naar mogelijke toekomstige verdienmodellen kunnen worden gehaald, Verdienmodellen voor agrariërs die ook voor bijvoorbeeld de bouwsector rendabel zijn. Dan valt het vaak genoemde lisdoddeteelt valt dan af, want in Roemenië kan dat veel goedkoper geteeld worden. Desalniettemin werd er een hutje getoond dat grotendeels was gemaakt van lisdodden. 

Het lisdoddehutje

Andere experimenten waren bijvoorbeeld een dun laagje klei op het veen strooien wat in het veen zakt, zodat er niet vernat hoeft te worden of het laten aangroeien van veenmos. In Boskoop zijn kwekers met dit laatste aan het experimenteren, wat op zich een mooi resultaat tot +40 cm veenmos zou kunnen opleveren. Helaas blijken vervolgens weer broeikasgassen vrij te komen die ook zeer schadelijk zijn. Een experiment zwarte elzen sprak onze Els uiteraard aan 😉. Het hout van de zwarte els is zeer goed bestand tegen verrotting als het volledig in water ondergedompeld blijft (bijvoorbeeld bij het gebruik als heipaal). De els komt al duizenden jaren veel voor in ons land, bindt stikstof, geeft voeding aan de grond en is ook nog eens goed voor de biodiversiteit. Dus wellicht kan de zwarte els in de toekomst een rol spelen in het verdienmodel voor agrariër, rendabel zijn voor de bouwsector en ook nog eens positief zijn voor de stikstof uitstoot en biodiversiteit. 

Els op haar elzenveld

Een ander voorbeeld is wilgenteelt. Dat kan het veen vernat worden en de wilgen kunnen gebruikt worden voor allerhande bouwmateriaal. Helaas is de bouwwereld daar niet klaar voor en de financiële wereld evenmin. Bij het VIC experimenteert men daarom ook met verdienmodellen voor de verdere toekomst ((JUMP). Wat als je als agrariër geld kan verdienen met het verbouwen van water, CO2-opslag en energie? Kan je restmateriaal (hout) in de grond stoppen, om CO2 op te slaan? Het voordeel is dat je daar mee emissies kunt compenseren en tegelijkertijd de grond wel gewoon kunt gebruiken. "Nat broekbos is maximale carbon sink."  Is het mogelijk om op vernat veen high-margin superfoods te creëren? Van alle experimenten zullen uiteindelijk wellicht slechts een handvol succesvol te implementeren zijn, maar als Water Natuurlijk juichen we dit soort innovatief onderzoek zeer toe. 

Hoopvolle resultaten van een pilot met waterinfiltratiesysteem in Spengen

Vervolgens fietsten we via het N2000-gebied De Haeck  naar een agrariër in Spengen die vanaf het begin deelneemt aan de pilot van het Actieve Water Infiltratie Systeem (AWIS). Eén van de doelstellingen was daarbij de zorg voor en zoveel als mogelijk stimuleren van, weidevogels. Deze pilots werden gefinancierd door het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) waar zo'n 8 miljard beschikbaar voor was gesteld en dat helaas door het inmiddels demissionair kabinet de nek is omgedraaid. Maar gelukkig hebben de provincie Utrecht en HDSR een Utrechts Programma Landelijk Gebied doorgezet met het geld uit de eerste tranche die daarvoor beschikbaar was. De resultaten na 8 jaar blijken hoopvol:

  • Bodemdaling fors afgeremd: In Spengen is de bodemdaling met een Actief Waterinfiltratiesysteem (AWIS) gereduceerd tot 3-4 mm per jaar, tegenover 7 mm op een referentieperceel.
  • CO₂-uitstoot fors omlaag: Met de NOBV-vuistregel (2,4 ton CO₂-reductie per 10 cm verhoging van de zomer grondwaterstand) is tijdens een droog jaar in Spengen en Lange Weide een jaarlijkse CO₂-reductie van meer dan 4 ton CO₂ per hectare gerealiseerd.

De hele onderzoeksrapportage over alle pilots die gedaan zijn in het HDSR-gebied laten nog wel behoorlijk wat haken en ogen zien, met name ten aanzien van de financiering ervan. Weegt de investering door publiek geld voldoende op tegen de resultaten van de pilots? De pilots kosten veel publiek geld, veel tijd van de agrariër en het levert de agrariër aan de andere kant inkomstenderving op die niet voldoende door de subsidie kan worden gecompenseerd. 

Datzelfde geldt voor de subsidie voor het het beheren en stimuleren van het weidevogelbestand. Boeren krijgen subsidie om zodanig te maaien dat het land aantrekkelijk is voor weidevogels om zich in te nestelen. Maar met meerdere nesten op diverse percelen, is er minder grasland over om bv jonge koeien (pinken) er op te laten lopen. Dat wordt niet gecompenseerd vindt de agrariër, net zo min als het extra werk dat hij heeft aan het zelf kleine stukken per keer maaien in plaats van een loonbedrijf alle stukken in één keer te laten maaien. Ook werkt de betrokken boer met natuurvriendelijke oevers, maar samen met de bufferstroken zou hij vanuit de slootkant bijna 5 meter minder land kunnen gebruiken. Dat gaat ten koste van de opbrengsten, los van het arbeidsloon dat niet wordt gecompenseerd.

Om alle subsidiemogelijkheden eens in kaart te brengen, heeft Gerda Oskam samen met de Christen Unie en PvdA schriftelijke vragen gesteld om in ieder geval de HDSR-gedeelten van de subsidies in kaart te brengen. Met de antwoorden op onze schriftelijke vagen kunnen we hopelijk een start maken aan een discussie of de huidige wijze van subsidiëring effectief is voor zowel de maatschappij als de agrariër zelf. 

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring