Vervolgens fietsten we via het N2000-gebied De Haeck naar een agrariër in Spengen die vanaf het begin deelneemt aan de pilot van het Actieve Water Infiltratie Systeem (AWIS). Eén van de doelstellingen was daarbij de zorg voor en zoveel als mogelijk stimuleren van, weidevogels. Deze pilots werden gefinancierd door het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) waar zo'n 8 miljard beschikbaar voor was gesteld en dat helaas door het inmiddels demissionair kabinet de nek is omgedraaid. Maar gelukkig hebben de provincie Utrecht en HDSR een Utrechts Programma Landelijk Gebied doorgezet met het geld uit de eerste tranche die daarvoor beschikbaar was. De resultaten na 8 jaar blijken hoopvol:
- Bodemdaling fors afgeremd: In Spengen is de bodemdaling met een Actief Waterinfiltratiesysteem (AWIS) gereduceerd tot 3-4 mm per jaar, tegenover 7 mm op een referentieperceel.
- CO₂-uitstoot fors omlaag: Met de NOBV-vuistregel (2,4 ton CO₂-reductie per 10 cm verhoging van de zomer grondwaterstand) is tijdens een droog jaar in Spengen en Lange Weide een jaarlijkse CO₂-reductie van meer dan 4 ton CO₂ per hectare gerealiseerd.
De hele onderzoeksrapportage over alle pilots die gedaan zijn in het HDSR-gebied laten nog wel behoorlijk wat haken en ogen zien, met name ten aanzien van de financiering ervan. Weegt de investering door publiek geld voldoende op tegen de resultaten van de pilots? De pilots kosten veel publiek geld, veel tijd van de agrariër en het levert de agrariër aan de andere kant inkomstenderving op die niet voldoende door de subsidie kan worden gecompenseerd.
Datzelfde geldt voor de subsidie voor het het beheren en stimuleren van het weidevogelbestand. Boeren krijgen subsidie om zodanig te maaien dat het land aantrekkelijk is voor weidevogels om zich in te nestelen. Maar met meerdere nesten op diverse percelen, is er minder grasland over om bv jonge koeien (pinken) er op te laten lopen. Dat wordt niet gecompenseerd vindt de agrariër, net zo min als het extra werk dat hij heeft aan het zelf kleine stukken per keer maaien in plaats van een loonbedrijf alle stukken in één keer te laten maaien. Ook werkt de betrokken boer met natuurvriendelijke oevers, maar samen met de bufferstroken zou hij vanuit de slootkant bijna 5 meter minder land kunnen gebruiken. Dat gaat ten koste van de opbrengsten, los van het arbeidsloon dat niet wordt gecompenseerd.
Om alle subsidiemogelijkheden eens in kaart te brengen, heeft Gerda Oskam samen met de Christen Unie en PvdA schriftelijke vragen gesteld om in ieder geval de HDSR-gedeelten van de subsidies in kaart te brengen. Met de antwoorden op onze schriftelijke vagen kunnen we hopelijk een start maken aan een discussie of de huidige wijze van subsidiëring effectief is voor zowel de maatschappij als de agrariër zelf.