Navigatie overslaan

Eindelijk beweging: eerste stap naar eerlijkere waterschapslasten

Na een half jaar onderhandelen heeft oppositiepartij Water Natuurlijk samen met andere partijen een doorbraak bereikt in de verdeling van waterschapskosten.

Samenvatting (zie verdere uitleg onder deze alinea)

Na een half jaar onderhandelen heeft oppositiepartij Water Natuurlijk samen met andere partijen een doorbraak bereikt in de verdeling van waterschapskosten. De coalitie (BBB, VVD, CDA) wilde aanvankelijk niets veranderen, maar door onze volhardende inzet is er nu toch beweging: inwoners gaan minder betalen (van 37,5% naar 29,5% van de totale kosten), terwijl boeren iets meer gaan bijdragen (van 10,6% naar 11,6%). Concreet betekent dit dat huurders ongeveer €25 per jaar minder kwijt zijn en boerenbedrijven ongeveer €280 per jaar extra betalen. Het is een bescheiden eerste stap - de verdeling blijft scheef omdat boeren 62% van de grond bezitten maar slechts 11,6% van de kosten dragen. Water Natuurlijk ziet dit als begin van verdere veranderingen na de waterschapsverkiezingen in 2027. De nieuwe verdeling gaat in per 1 januari 2026 door een wetswijziging die waterschappen dwingt het profijtbeginsel (wie profiteert, betaalt) sterker toe te passen. 

Na maandenlange strijd bereiken we doorbraak in kostenverdeling watersysteemheffing

Het heeft een half jaar geduurd, maar eindelijk is er beweging in de verdeling van de waterschapskosten. Woensdagavond hebben we een akkoord gesloten over de verdeling van de kosten (“kostentoedeling”) die het waterschap maakt voor het watersysteem. Dit na intensieve onderhandelingen, waarin we samen hebben opgetrokken met ChristenUnie, Algemene Waterschapspartij en de fractie Natuurterreinen. Het akkoord is een bescheiden stap, maar wel in de goede richting naar eerlijkere waterschapsbelasting in Twente en Zuid-Drenthe. 

Wat is watersysteemheffing?

Het gaat hier specifiek om de watersysteemheffing - dat is de belasting die we betalen voor het natuurlijker en vispasseerbaar maken van beken en rivieren, water vasthouden en het op peil houden van de waterstand met stuwen, als ook het aanvoeren van water door gemalen. Dit is iets anders dan de zuiveringsheffing waarmee het waterschap het schoonmaken van rioolwater betaalt.  

Nieuwe wet dwingt waterschap tot keuzes

Door de invoering van het nieuwe belastingstelsel per 1 januari 2026 moeten er nieuwe besluiten worden genomen over de kostentoedeling. Deze afspraken moeten ook worden vastgelegd in een verordening, de nog voor de zomer ter inzage gelegd moest worden. Het profijtbeginsel (wie profiteert, betaalt) is in de nieuwe wet meer leidend gemaakt, maar belangrijker was voor ons dat we dit moment zouden gebruiken om - in lijn met het bestuursakkoord waarin we breed hebben afgesproken meer balans te brengen - daadwerkelijk iets te veranderen aan de kostenverdeling. 

Want de huidige verdeling is naar ons idee niet in balans: gewone inwoners betalen nu 37,5 % van de kosten, boeren slechts 10,6 %, eigenaren van natuurterreinen 0,22 % en eigenaren van woningen en bedrijven 51,7 %. Terwijl boeren wel 62 % van de grond in ons gebied bezitten.

Drie kernpunten voor eerlijkheid

We gingen het debat in met drie heldere doelstellingen: 

Eerlijke verdeling eerst. De lastendruk moet dichter bij elkaar komen. Het kan niet zo zijn dat boeren sinds 2014 maar liefst 30-40 % minder betalen dan alle anderen. 

Wie profiteert, betaalt. Profijthebber, vervuiler en gebruiker moeten bijdragen naar hun werkelijke impact op het watersysteem. 

Helder en houdbaar. Het belastingstelsel moet juridisch kloppen én uit te leggen zijn aan onze inwoners. 

Coalitie wilde doordrukken

Aanvankelijk leek alles op niets uit te lopen. De coalitie - BBB, VVD, CDA en LTO - wilde eigenlijk het voorstel van het dagelijks bestuur gewoon doordrukken. Terwijl de nieuwe wet (op basis van een rekenkundig model) eigenlijk zou betekenen dat boeren ongeveer 700 euro meer zouden gaan betalen, stelde het dagelijks bestuur voor om dat te beperken tot slechts 12 euro extra. Huurders en woningeigenaren zouden dan de rekening betalen. 

We zagen dit probleem al aankomen en hadden vorig jaar opgeroepen een werkgroep te vormen. Die bereidde de discussie goed voor, maar na een eerste gedachtewisseling trok de coalitie zich terug. Ze kwamen er onderling niet uit en wilden niet meer inhoudelijk discussiëren tot er een definitief voorstel lag. En toen dat er lag, mocht het van de VVD zelfs een hamerstuk worden - geen debat dus. 

Daar konden we natuurlijk niet mee uit de voeten. Bij Vechtstromen is de traditie juist samenwerking, niet voor niets hadden we een breed gesteund bestuursakkoord waarin we afspraken naar meer balans toe te werken. 

Sterke oppositie houdt vol

Als vier fracties vormden we een stevige oppositie. We hielden elkaar vast - ook toen het spannend werd - werkten samen aan de strategie en voerden die consequent uit. Door elkaars kracht, talenten en ideeën te combineren, bleven we de coalitie uitnodigen om echt de samenwerking en draagvlak op te zoeken. 

Het leidde tot vele en soms lange vergaderingen. Met in het begin geen enkele beweging, laat staan stellingname door coalitiepartijen. Maar we gaven niet op. 
 
Door onze gezamenlijke druk, kwam er een aangepast voorstel op tafel te liggen waarin  de coalitie een eerste stap zette. En tijdens de onderhandelingen op de laatste dag kwam er nog eens 0,6 % bij. 

Oproep werkt

In de vergadering van 1 juli heeft onze fractievoorzitter Wim van de Griendt een zeer nadrukkelijke oproep gedaan om te werken aan consensus: "Ik constateer dat er op dit moment geen sprake is van breed draagvlak. Dat vind ik zorgelijk. Dat zegt iets over hoe wij hier met elkaar samenwerken, over de stabiliteit en koers van dit waterschap. Ik hoop niet dat het een keerpunt is van de samenwerking." 

Dat maakte kennelijk wat los. CDA, VVD en zelfs BBB waren na een lange vergadering bereid om extra te bewegen. In de dagen daarna bleef het nog stil. Maar op 9 juli, in de extra commissievergadering werden we verrast. BBB kwam ons tegemoet met een aangepaste verdeling. Dit was een stap in de goede richting, maar nog niet naar tevredenheid. Wij hebben tegenvoorstellen gedaan, maar die konden nog niet op instemming van de coalitie rekenen. Nog verrassender was dat uiteindelijk de fractie Ongebouwd/landbouw met het voorstel kwam hun bijdrage nog met een klein stapje te verhogen. Omdat ook zij iets over hebben om te werken aan breed draagvlak. 

Moeilijke keuze voor eerste stap

We hebben geworsteld met de vraag of we moesten instemmen met het laatste voorstel van ongebouwd. We moesten de wens voor een eerlijke verdeling enerzijds en anderzijds de realiteit van dit moment (als we niet meestemmen, is de kans groot dat het amendement wordt ingetrokken en is de bereikte winst weg) afwegen. Het resultaat lag ver van onze inzet. En de stappen om er te komen waren klein, kosten veel energie en getuigden niet van een op samenwerkingsgerichte houding van de coalitie.  
Maar uiteindelijk realiseerden we ons dat dit het maximaal haalbare resultaat was, op dit moment. Voor de landbouwsector is de verhoging een grote stap, voor ons een eerste stap die noodzakelijk is om iets wat onbeweegbaar leek, in beweging te krijgen.  

Door die eerste stap te zetten, worden volgende stappen makkelijker. Het verschil in lastendruk en bijdrage is zeker niet weggenomen, maar het zo wel langzaam dichter bij elkaar. En daarmee eerlijker. 

We gaan nog verder met elkaar in gesprek

Daarnaast hebben we ook bereikt dat we samen verder in gesprek gaan over hoe we nu moeilijke keuzes met elkaar gaan maken in de nabije toekomst. Want dat die er aan komen, dat staat vast. De opgaven zijn groter dan het waterschap aan kan. Zowel qua capaciteit, maar ook wat nog maatschappelijk aanvaardbaar is aan stijging van de belastingen. Dit vraagt prioriteren, scherpe, maar ook moeilijke keuzes. Hoe verdelen we de lasten tussen de huidige en toekomstige generaties? Wat doen we nog wel, en wat straks niet meer? Blijven we water aanvoeren? Wanneer zijn we klimaatneutraal? Wat hebben we daarvoor wel en niet over? Gaan we bedrijven helpen met innoveren? Gaan we water van de zuiveringen geschikt maken voor gebruik door bedrijven die geen drinkwater meer kunnen krijgen voor hun productieprocessen? Hoeveel gaan producenten van zorgwekkende stoffen meebetalen aan het zuiveren van medicijnresten en stoffen als PFAS uit rioolwater? 

Concrete uitkomst: wie betaalt hoeveel meer of minder?

Het bereikte akkoord betekent dat boeren nu 11,6% van de waterschapskosten voor hun rekening krijgen, terwijl inwoners 29,5% betalen. Het leeuwendeel van 58,68% blijft voor rekening van eigenaren van gebouwen - zowel woningen als bedrijfspanden. Eigenaren van natuurterreinen blijven 0,22% betalen.  

Vertaald naar de belastingaanslag die op de mat komt te liggen, betekent dit naar eigen inschatting dat de wijziging voor de onderstaande “gemiddelde” gevallen uitkomt op: 

Huurder: ongeveer 25 euro per jaar minder betalen  
Woningeigenaar (woning van € 396.000): ongeveer 2-3 euro per jaar minder betalen 
Bedrijf (WOZ: € 3.096.000 en 50 vervuilingseenheden) : ongeveer 195 euro per jaar meer betalen  
Boerenbedrijf (WOZ: 633.000, 40 ha): ongeveer 280 euro per jaar meer betalen 
Natuurterreinen (400ha): betalen hetzelfde 

De percentages verschuiven van: 

  • Inwoners (ingezetenen): van 37,5% naar 29,5% 
  • Boeren en onbebouwde grond: van 10,6% naar 11,6% 
  • Eigenaren van gebouwen: van 51,7% naar 58,7% 
  • Natuurterreinen: blijft 0,22% 

Ook oog voor kwetsbaren

We hebben in 2023 al gezorgd dat kwetsbare inwoners niet de dupe worden van de hogere waterschapsbelastingen. Alle wettelijke opties voor kwijtschelding worden ingezet - dat was onze inzet voor en hebben we geregeld als belangrijk punt in het bestuursakkoord. Omdat daar in de afgelopen jaren steeds minder gebruik van wordt gemaakt, doet het dagelijks bestuur na vragen vanuit onze kant verder onderzoek naar de oorzaken. 

We hebben ook onderzoek gevraagd naar een legesverordening als extra instrument voor rechtvaardige kostenverdeling. 

Boeren kunnen beloond worden voor natuurvriendelijk werk

We begrijpen dat de verhoging van de belastingen voor de landbouwsector pijnlijk is. Daarom pleiten we er al tijden voor om de belastingwetgeving verder aan te passen, zodat we als waterschap goed gedrag beter kunnen belonen, met een korting op de belastingen (tariefsdifferentiatie). Boeren die inzetten op regeneratieve of natuurvriendelijke landbouw en waterdiensten leveren, zouden naar ons idee daarvoor voordeel moeten krijgen.

Al bij bestuursakkoord op eerlijkheid ingezet, die lijn zetten we door

Eigenlijk zijn we al vanaf het begin van deze bestuursperiode bezig met dit dossier. Bij het bestuursakkoord hadden we al ingezet op verlaging van de belasting voor inwoners naar 30 %. Dat was toen niet mogelijk – BBB en andere coalitiepartijen vond het een stap te ver omdat boeren dan te veel meer zouden gaan betalen. 

Nu, door de nieuwe wet die per 1 januari 2026 ingaat, wordt de belasting voor inwoners automatisch verlaagd. Dat hebben we bereikt. De wet laat hier geen andere, juridisch houdbare keuze toe. Maar de door ons gewenste balans - waarbij boeren evenveel zouden bijdragen als andere groepen - die de wet ook mogelijk maakt, is nog niet bereikt. Tot nu toe. 

Tijdens het debat hebben wij en andere fracties uit de oppositie al gehint dat verdere stappen nodig zijn. Die komen waarschijnlijk na de waterschapsverkiezingen van 2027. 

Onze samenwerking is beloond

Voor ons bewijst dit resultaat dat volharding en samenwerking werken. Door als oppositie samen te blijven en Water Natuurlijk als voortrekker, hebben we bereikt wat de coalitie eigenlijk niet wilde: verandering in de waterschapsbelasting. 

Wil je meer weten over onze inzet voor eerlijke waterschapsbelasting? Lees onze eerdere berichten op waternatuurlijk.nl en bekijk de livestream op de website van Vechtstromen. Hier kun je ook het debat terugkijken.  

Samen bouwen we aan een eerlijker waterschap. Stem Water Natuurlijk bij de volgende waterschapsverkiezingen in 2027. 

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring