Navigatie overslaan

Wie betaalt hoeveel waarom aan de waterschapsbelasting?

Op de agenda stond in maart/ april bij Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden een eerste aanzet voor de herziening kostentoedelingsverordening 2026 Klinkt saai, maar gaat over wie hoeveel geld betaalt voor het waterschap, in het geval van HDSR in totaal ruim 90 miljoen euro per jaar.

Begin februari is in de Eerste Kamer een wetsvoorstel aangenomen waarmee waterschappen vanaf 2026 betere mogelijkheden moeten krijgen om het zogenaamde “profijtbeginsel” toe te passen. Wie profijt heeft van het watersysteem van het waterschap, betaalt. Dit kan leiden tot verschillen in waterschapsheffingen tussen ingezetenen, eigenaren van gebouwd onroerend goed, eigenaren van ongebouwd terrein en eigenaren van natuurterreinen en extra keuzes voor een waterschap in die verdeling.

Nederland krijgt steeds vaker te maken met extreem weer. Soms regent het heel hard, dan is het weer lange tijd (te) droog. Dit betekent dat onze waterschappen hard moeten werken om ons land veilig en droog te houden. Dat kost natuurlijk geld, en daarom betalen we allemaal waterschapsbelasting. De waterschappen hebben drie belangrijke taken: ze beschermen ons met sterke dijken tegen overstromingen, zorgen dat we niet te veel maar ook niet te weinig water hebben, en houden ons water schoon. Anders dan bijvoorbeeld gemeenten of provincies krijgen waterschappen geen geld van de Rijksoverheid. Ze mogen zelf belasting heffen. Dat is een bewuste keuze geweest. Op deze manier zorgen we ervoor dat er voor waterbeheer altijd voldoende geld is. Ook krijgen waterschappen meer mogelijkheden om hun belastingopbrengsten te gebruiken om hun doelstellingen op het gebied van klimaatverandering, energietransitie en circulaire economie te behalen.

De uitdagingen zijn groot. We willen voor toekomstige generaties zaken op orde brengen. Zie hier onze reactie op de aangenomen wet.

We vinden het goed dat vervuilers meer gaan betalen en dat bedrijven worden beloond als ze beter voor het water zorgen. Ook zijn we blij dat natuurgebieden meer waardering krijgen in het nieuwe systeem. Als een natuurgebied helpt bij het opvangen van water tijdens zware regenbuien, kan daar een vergoeding tegenover staan. Waar we minder tevreden zijn is hoe de minister is omgegaan met de regel die een oplossing moest vinden voor het probleem met de sterk gestegen WOZ-waardes van huizen. Deze is de afgelopen jaren veel sterker gestegen dan de waarde van niet-woningen (bedrijfspanden). Omdat de waterschapsbelasting gekoppeld is aan de WOZ-waarde, betekent dit dat woningeigenaren een steeds groter deel van de totale belasting zijn gaan betalen. Dit terwijl ze niet méér gebruik maken van de diensten van het waterschap dan voorheen. Gemeenten mogen nu al verschillende tarieven voor woningen en bedrijfspanden hanteren, zodat ze kunnen zorgen dat ieder zijn eerlijke deel betaalt.

Water Natuurlijk heeft zich bij de discussie binnen de waterschappen sterk gemaakt om deze regel ook voor de waterschappen in te voeren. De bedoeling was dat de waterschappen vrij zouden zijn om de verhouding zelf vast te stellen, om op die manier ook de oneerlijke verdeling van de afgelopen jaren weer recht te trekken. Mede dankzij een tijdige interventie van Water Natuurlijk heeft de minister heeft echter besloten om het verschil in tarieven wel mogelijk te maken, maar deze vast te klikken op de verdeling zoals die op 1 januari 2024 was. De Kamer heeft daarmee ingestemd. Daarmee blijft de oneerlijke verdeling bestaan, maar wordt hij dus niet nog oneerlijker. D66 heeft in de Tweede Kamer nog een amendement ingediend om de peildatum enkele jaren naar voren te schuiven. Maar helaas heeft deze geen meerderheid behaald.

Binnen Stichtse Rijnlanden is nu specifiek ervoor gekozen een tariefdifferentiatie in te voeren van -75% voor waterberging. Dat betekent dat als een agrariër of een natuurbeheerder gevraagd wordt om waterberging toe te staan op zijn of haar land, deze gecompenseerd kan worden door een korting op de waterschapsbelasting.

In de commissievergadering van 25 maart is binnen HDSR gesproken over de kostenverdeling. Vanuit de fractie is door Klaas Werkhorst ingebracht dat tariefdifferentiatie ook nog verder verkend moet worden voor andere innovaties. Ook willen we graag nog meer inzicht krijgen in de uitwerking voor de tarieven voor huizenbezitters. Daarnaast heeft Water Natuurlijk de verlaging van het zogenaamde ingezetenentarief verwelkomd, dit was afgelopen jaar met een procentpunt verhoogd, maar dat wordt gelukkig weer ongedaan gemaakt.

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring