Namens Water Natuurlijk bezocht Gerda Oskam op 3 oktober een informatiebijeenkomst over de nieuwste ontwikkeling, een verkenning die grondeigenaren (veelal ontwikkelaars) samen met HDSR, de gemeente Utrecht, Energie U (voor de windturbines) en anderen hebben opgesteld. Gerda is al een kleine 20 jaar betrokken bij alle ontwikkelingen van de polder. Gerda: "als klein meisje sopte ik al door de polder met een oudoom van mij die er woonde. Later was ik er als voorzitter van de wijkraad Vleuten-De Meern, lid van de werkgroep Natuur&Milieu Leidsche Rijn en weer later als raadslid in de gemeente Utrecht bij betrokken. En nu dus als bestuurslid namens Water Natuurlijk bij HDSR. Rijnenburg is een grote polder, maar zeer complex van waterhuishouding, bodemstructuur, ligging en ontsluiting en er ligt ook nog eens veel archeologie in de grond."
In de huidige Verkenning wordt van ongeveer 25.000 woningen uitgegaan die alleen in het iets hogere, zuidelijke, gedeelte kunnen worden gebouwd. Het is het minimum aantal om een zogenaamde "Merwedetramlijn" rendabel te kunnen laten zijn. Daarvoor is nog wel heel veel geld nodig van het Rijk. Vooral het noordelijke, lagere, gebied zal als waterberging gebruikt moeten gaan worden.
Het watersysteem van de polder is kenmerkend voor een veenweidegebied: heeft een historisch patroon van langgerekte sloten en weteringen. Deze voeren het water af in westelijke richting naar gemaal Bijleveld (in Woerden) en in oostelijke richting naar gemaal Galecop (dat afvoert op het nabijgelegen Amsterdam-Rijnkanaal). Daarnaast wordt op twee locaties water vanuit de omgeving afgevoerd naar Rijnenburg: het stedelijk gebied van Nieuwegein via de Nedereindse wetering en afvoer van stedelijk gebied van Leidsche Rijn (kern De Meern) via de historische Lange Vliet. In 1385 werd deze vliet gegraven en werd het water in één van de oudste waterschappen in ons gebied - het Waterschap Heycop genaamd Lange Vliet"
De ontwikkeling van Rijnenburg vraagt om een substantiële inspanning op het gebied van bodem, water en klimaatverandering. Daarbij geldt voor de noordwesthoek van Rijnenburg een extra risico, omdat hier het binnendijks overstromingsrisico groter is en de bodemgesteldheid minder dan de rest van de polder. In het noordelijk deel van polder Rijnenburg heeft HDSR de wens voor een waterbergingsgebied van 1.000.000 m3 ten behoeve van piekwaterberging in het geval van een maalstop van het Amsterdam-Rijnkanaal.
Onze eigen hoogheemraad Els Otterman is portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening van HDSR. Zij heeft in de loop der jaren vaan overleg gehad met ontwikkelaars en de gemeente Utrecht over de polder. Door haar en haar team is er een uitgangspuntennota opgesteld voor de waterhuishouding in de polder. Hierin staat onder meer de al genoemde wens tot een extra waterberging van 1.000.000 m3. Daarnaast staan er onder andere: de volgende voorwaarden in: "
- De trits ‘vasthouden-bergen-afvoeren’ is leidend. Hemelwater wordt zoveel mogelijk vastgehouden op de plek waar het valt en/of geleid naar de gebieden die hiervoor worden aangelegd;
- De benodigde waterbergingscompensatie-eis luidt 70 mm in combinatie met een maximale peilstijging van 0,3 meter en een afvoer van 1,5 L/s/ha. Deze eis is overeengekomen na overleg tussen gemeente en waterschap en komt overeen met 22,5% van de toename van het verhard oppervlak, waarbij:
17,5% open water;
5% infiltratie;
Gemotiveerd afwijken mogelijk is, afhankelijk van de maximaal te benutten infiltratiemogelijkheden. - Bij een bui van 80 mm treedt geen schade op in de vorm van water in gebouwen, etc.;
In september gaf ze een interview over onder andere Rijnenburg voor de website Gebiedsontwikkeling.Nu . Els en haar team is onder meer verantwoordelijk voor een up to date Handboek bij Ruimtelijke Plannen en de Waterpraatkaart, Els: "“We zijn bij HDSR al langer proactief mee bezig. Het ontbreken van die houding was destijds ook een van mijn drijfveren om politiek actief te worden bij het waterschap. De watersector stelde zich, in mijn ogen, veel te dienstbaar op en deed veel te weinig in de ruimtelijke ordening, terwijl dat in deze delta onder zeeniveau wel heel logisch zou zijn. De watersector mag best een stap vooruit doen. Bij HDSR doen we dat. Het is niet haalbaar om te zeggen: we gaan helemaal niet meer in het westen van Nederland bouwen. Maar we moeten wel goed nadenken over andere vormen van bouwen, zodat er wel recht wordt gedaan aan onze toekomstige eisen wat betreft bijvoorbeeld waterberging in de ruimtelijke ordening ”
Al eerder gaf Els een interview in het magazine van het deltaproramma over water en bodem sturend in onder meer de polder Rijnenburg:.
In maart 2024 vertelde dijkgraaf Jeroen Haan aan de Eerste Kamer dat een waterveilige leefomgeving vraagt om meer ruimte en investeringen in ons krappe land. "Welke beslissingen nemen we vandaag voor waterveiligheid voor toekomstige generaties? Welke ruimtelijke keuzes maken we en hoeveel onveiligheid verdragen we? En als het toch een keer misgaat, hoe zijn we dan zo goed mogelijk voorbereid op evacuatie en rampenbestrijding?"
Tot slot ontving dijkgraaf van HDSR, Jeroen Haan minister Mona Keijzer: in juli "“Rijnenburg heeft een zakkende veenbodem en delen van de polder liggen laag en zijn gevoelig voor wateroverlast Het volledig volbouwen van de polder staat haaks op het centraal stellen van water en bodem bij de ruimtelijke ordening en inrichting. In het ontwerpend onderzoek wordt nu een goede balans tussen woningbouw en ruimte voor water meegenomen. En dat is goed, want nieuwbouw kan alleen als dit klimaat- en bodemdalingsbestendig gebeurt." Het lijkt erop dat de ministers Keijzer en Madlener enigszins terugkrabbelen vanaf 'water en bodem sturend'.
Gerda Oskam: "tijdens de informatiebijeenkomst, die goed bezocht werd, was er nogal wat scepsis of de verkenning nu wel tot een daadwerkelijke stedenbouwkundig plan zou komen. Er is nog veel geld tekort voor de Merwedelijn, geen geld voor een betere ontsluiting op de snelwegen (alleen de Meerndijk kan niet en verbreden van deze oorspronkelijk Romeinse dijk lijkt ook niet wenselijk), niet voldoende hectares voor waterberging, de nog altijd vervuilde Nedereindse Plas, grondwater dat wegsijpelt naar de lager gelegen polder Reijerscop, windturbines waarvan er 1 op een 'njet' stuit in verband met verkeersveiligheid van Rijkswaterstaat, enz. Dit is de 4e verkenning die ik sinds 2006 zie. Deze verkenning lijkt me wel de minst slechte - mede door de samenwerking met HDSR. Maar of het vanaf 2040 gerealiseerd kan worden?