Navigatie overslaan

Water en bodem sturend - het wordt hard werken!

Over het uitgangspunt van het kabinet dat voortaan water en bodem sturend zijn voor de ruimtelijke ordening zijn eind november diverse brieven gestuurd naar de Tweede Kamer. In die brieven staat hoe de invulling van dat uitgangspunt eruit zou moeten zien.

De brief 'Water en Bodem sturend' handelt over 33 structurerende keuzes vanuit het water- en bodemsysteem voor een aantal thema’s met het oog op toekomstbestendigheid: water en bodem (voldoende en schoon water, ruimte voor water), veenweide, verziltende kustgebieden, hoge zandgronden en bebouwd gebied.

Opvallend in de structurerende keuzes is dat deze niet langer worden ingegeven door de maakbaarheid van ons water- en bodemsysteem. Er zal letterlijk meer ruimte moeten komen voor water(berging) en we zullen meer moeten gaan meebewegen met de toenemende grilligheid van ons klimaat waarmee afwenteling wordt voorkomen. Dit heeft consequenties voor de ruimtelijke inrichting
en het gebruik van ons land, zoals blijkt uit een aantal opvallende structurerende keuzes. De belangrijkste keuzes met consequenties voor ons werk zijn:

  1. "We creëren ruimte voor het vasthouden, bergen en afvoeren van water in onze ruimtelijke inrichting, landgebruik en landbeheer.
  2. We staan in de uiterwaarden geen nieuwe bebouwing meer toe.
  3. We actualiseren de huidige reserveringszones rond primaire waterkeringen. Daarmee reserveren we ruimte voor toekomstige dijk- en kustversterkingen, en maken ze zo blijvend mogelijk.
  4. We reserveren de 5% tot 10% van diepe polders voor waterberging, bij voorkeur de diepste delen. We voorkomen hiermee wateroverlast als gevolg van aanhoudende regenval of piekbuien. Hier is geen nieuwe bebouwing toegestaan, tenzij het niet ten koste gaat van het
    waterbergend vermogen.
  5. We maken de risico’s van overstromingen, wateroverlast, bodemdaling en drinkwaterbeschikbaarheid sturend bij de locatiekeuze en inrichting van woningbouw. Hiermee voorkomen we dat we nieuwbouw gaan realiseren op locaties waar we later spijt van
    gaan krijgen. Provincies nemen in hun ruimtelijke arrangementen het (concept) richtinggevend kader mee.
  6. We benutten locaties waar in de toekomst ruimte nodig is voor waterberging, rivierafvoer en toekomstige dijkversterkingen niet (meer) voor bebouwing.
  7. We passen de maatlat voor een klimaatadaptieve en natuurinclusieve bebouwde omgeving toe. Daarmee ontwikkelen we gebieden klimaatbestendiger.
  8. We bewegen toe naar een grondwaterstand van 20 cm tot 40 cm onder maaiveld voor laagveengebieden, afhankelijk van de bodemcompositie, omstandigheden van het watersysteem en de behoeften van het gebied. Hiermee wordt bereikt dat bodemdaling wordt geminimaliseerd en uitstoot broeikasgassen wordt gereduceerd. Dit wordt in NPLG gebiedsprocessen door alle betrokken partijen samen uitgewerkt.
  9. We beheren onze landbouwgronden duurzaam. In aanvulling op structurerende keuze voorkomen we hiermee onomkeerbare oxidatie van veen en behouden we ook voor de toekomst waardevolle landbouwgronden. We werken maatregelen voor beheer van landbouwgronden op het gebied van materieel, nutriënten, gewasbeschermingsmiddelen etc. uit. Het Rijk vraagt provincies stevig in te zetten op het behoud van grasland.
  10. De omvang van alle grondwateronttrekkingen wordt in beeld gebracht. Hiermee werken we toe naar een robuust grondwatersysteem en beperken we de nadelige effecten van grondwateronttrekking om ook in de toekomst zoveel mogelijk functies te faciliteren. We werken dit gezamenlijk met alle betrokkenen uit in het kader van NPLG.
  11. We houden water langer vast en voeren het minder snel af. We herstellen daarmee de sponswerking van de bodem en bereiken een robuust grondwatersysteem. Dit wordt in gebiedsprocessen geborgd.
  12. We verhogen de grondwaterpeilen op de hoge zandgronden met mogelijk 10 cm tot 50 cm. Daardoor wordt op de hoge zandgronden verdroging bestreden."

In de brief 'Voortgang Nationaal Programma Landelijk Gebied' staat een procesmatig overzicht over hoe de wettelijk verplichte doelen voor stikstof, water en klimaat gerealiseerd zouden moeten worden.

Op 25 januari 2023 bespreekt de commissie van de Provinciale Staten die gaat over ruimte, water, groen en wonen de Uitvoeringsstrategie Landelijk Gebied (ULG) met voorstellen hoe bestuurlijk de besluitvorming zou moeten ingericht worden. In het kort staat er in dat de provincie de regierol op zich neemt en twee regionale stuurgroepen (ten oosten van de gemeente Utrecht en ten westen van de gemeente Utrecht) inricht met onder meer de waterschappen. Uiteindelijk zou dat moet leiden tot een Gebiedsgerichte Aanpak Landelijk Gebied dat op 1 juli 2023 met voorstellen zou moeten komen die richting het kabinet zouden moeten kunnen verstuurd.

HDSR heeft dit op een thema-avond besproken met het Algemeen Bestuur hoe om te gaan met onze rol in de regiostuurgroepen west en oost..

Een ambitieuze agenda, te midden van verkiezingen. Het wordt dus werken en goed samenwerken! Water Natuurlijk is er klaar voor en zal binnenkort afspreken met de provinciale statenleden van onze ondersteunende politieke partijen D66 en GroenLinks.

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring