In deze vergadering stonden de eerste Bestuur rapportage (BURAP), de jaarrekening 2024, de kadernota 2026 en kostentoedeling als belangrijkste agendapunten op de agenda. Daarnaast nog een krediet aanvraag voor groot onderhoud van Bouvigne, de wijziging van de belastingsamenwerking en de zienswijze op de samenwerkingsbegroting van Aquon op de agenda. Die laatste stukken waren wat Water Natuurlijk in orde en uiteindelijk zijn die als hamerstukken doorgegaan naar het Algemeen Bestuur. Dat gold ook voor de BURAP, waarvan we kennis genomen hebben. Op 7 mei was de beeldvormende vergadering, de oordeelsvormende vergadering was op 28 mei
De jaarrekening 2024 laat een beperkt nadelig saldo zien, terwijl een aanzienlijk groter nadelig saldo was begroot. Dat is goed nieuws en wordt veroorzaakt door hogere kosten voor de Belastingsamenwerking West Brabant en lagere kapitaallasten. Complimenten aan Karin van den Berg, ons DB-lid met de portefeuille Financiën, en aan het gehele waterschap. Ook de eerste vier maanden van 2025 lopen financieel en projectmatig op schema.
De kostentoedelingsverordening voor 2026 baseert zich op vernieuwde belastingwetgeving. Deze is nog niet ideaal en verdere stappen zijn gewenst om duidelijker te belasten op basis van principes de vervuiler betaalt en profijtbeginsel. Voor nu is de vernieuwde belastingwetgeving een feit en wordt deze per 2026 geïmplementeerd. Complexe thematiek waarin keuzes gemaakt moeten worden op basis gebiedskenmerken en tariefdifferentiatie. Het waterschap heeft de commissie Financiën goed meegenomen in alle analyses benodigd om tot juiste keuzes te komen, waardoor de besluitvorming vlot verliep.
Ook de Kadernota 2026-2030 is behandeld. Hierin wordt beleid op hoofdlijnen met bijbehorende financiële kaders vastgesteld. Van groot belang zijn de extra gelden voor het impulsprogramma KRW (Kader Richtlijn Water) waardoor een extra stap gezet wordt richting het halen van de KRW-normen. Deze normen hebben betrekking op schoon en voldoende water. Hoe lofwaardig dit ook is, het blijft te betreuren dat ook met deze extra inspanning de wettelijke KRW-doelstellingen die per eind 2027 behaald zouden moeten worden, niet gerealiseerd gaan worden. Wel straalt het impulsprogramma uit dat het Waterschap zich niet meer beperkt tot alleen de vormgave van de eigen bijdrage maar ook achter andere partijen aangaat die waterkwaliteit en hoeveelheid beïnvloeden. Zo wordt een KRW-ambassadeur aangesteld die alle gemeenten in het werkgebied van het Waterschap gaat bezoeken om tot een aanpak per gemeente te komen. Gemeenten kunnen bijvoorbeeld werken aan versneld volledig scheiden van riool- en hemelwaterafvoer, vergroten riool overstorten waardoor overstorten verminderen en terugbrengen verharding waardoor meer water kan infiltreren.